zaterdag 11 september 2010
Katashi
Eerst wilde ik niets zeggen. Ik wilde Jun gewoon laten gaan. Maar dat kon ik niet doen. Ik wist dat het hem echt speet en ik wist dat ik hem niet weg moest laten gaan zonder dat ik duidelijk had gemaakt hoe ik er echt over dacht. 'Jun. Wacht.' zei ik. Jun draaide zich voorzichtig om en ik zuchtte even. 'Jun, ik vond het echt.. Nou ja.. Ik was echt heel boos. Die brief was echt ontzettend belangrijk voor mij, al lijkt dat misschien raar. Dat een stukje papier zo bijzonder is. Maar dat was het wel. En ik vind het echt helemaal niet leuk dat het nu kapot is.' zei ik eerst. Ik hield even pauze en ik zag hoe beteuterd Jun keek. Hij dacht vast dat ik het hem nog niet vergeven had. 'Maar ik kan aan je zien dat het je echt spijt. En wat gebeurd is is gebeurd. Daar kunnen we niets meer aan veranderen.' Sjeetje. Als ik dit vaker zou doen zou ik bijna aardig worden.. Jun keek me voor het eerst weer recht aan. 'Het spijt me echt.' zei hij goudeerlijk en ik knikte. 'Dat weet ik. En ik accepteer je excuses.' zei ik. Het bleef een tijd stil. 'Zullen we naar onze kamer gaan?' zei ik toen. Jun knikte. Dus gingen we op weg. We waren helemaal in een andere vleugel van de school en moesten dan ook langs het meidengedeelte. Toen we langs een bepaalde kamer kwamen hoorden we heel erg luid gezang. Ik herkende het. Het waren de meiden. Ze zongen nogal.. heel erg hard eigenlijk. Ik vroeg me af of de buren al hadden geklaagd. Ik keek naar Jun. 'Klinkt gezellig.' merkte ik op. Jun knikte. Hij keek al weer een stuk vrolijker dan eerst.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten