dinsdag 23 december 2014

Jun

Aan mijn rechterkant zat een energieke Koharu die niet kon stoppen met praten. Aan mijn linkerkant zat Katashi, die chagrijnig met een tak in het kampvuur prikte. Ik voelde me redelijk ongemakkelijk in deze situatie. "Zeg eens 'aa'.." Koharu probeerde me een roze marshmallow te voeren. Ondanks dat ik geen behoefte had aan zoetigheid deed ik toch mijn mond open. "Dankjewel" mompelde ik met mijn mond vol zoete, fluffige marshmallow. Een vriendin van Koharu kwam aanlopen en ging bij ons zitten. Ze leidde Koharu van me af en ik probeerde me tot Katashi te richten. "Wil je ook een marshmallow?" Vroeg ik hem terwijl ik een marshmallow op een tak reeg. Katashi zei niets en bleef in het vuur prikken. Ik boog me wat meer naar hem toe. "Zeg alsjeblieft ja, want ik heb er zelf niet zoveel behoefte aan." Nog steeds geen antwoord. Met een lichte zucht haalde ik mijn schouders op en hield ik de stok boven het vuur. Er hing een ongemakkelijke spanning in de lucht. Gelukkig werd deze verbroken toen Akiyama-sensei ineens op stond en aankondigde dat hij een liedje op de gitaar ging spelen. Iedereen verplaatste zich weer dichter naar het vuur. Ik sleurde Katashi mee die in eerste instantie wilde blijven zitten. Rima voegde zich bij ons. Akiyama-sensei sloeg het eerste akkoord aan en een golf van nostalgie overviel me. Hij speelde Country Roads en iedereen zong met volle overgave mee. Ik hoorde Katashi diep zuchten. "Dit trek ik echt niet, ik ben weg." Ik wist niet zo goed hoe ik moest reageren en keek hoe hij terug beende naar onze blokhut. Een klein handje duwde in mijn rug. "Ga hem achterna, volgens mij zit hem iets dwars." Vanonder een te grote capuchon keken Rima's blauwe ogen me bezorgd aan. Ik knikte en ging snel achter Katashi aan. Voor de deur van onze blokhut stond ik even stil. Wat moest ik zeggen? Ik wist het echt niet. Uiteindelijk besloot ik dat ik alles gewoon zijn gang zou laten gaan, haalde ik diep adem en stapte ik naar binnen. Er klonk wat gestommel en Katashi keek me geschrokken aan. Ik was binnen komen lopen op het moment dat hij zijn pyjama aan aan het trekken was. "Kun je niet even kloppen!" Met rode oren trok Katashi snel een shirt over zijn hoofd. "Is er iets dat je dwars zit?" vroeg ik terwijl ik op het bed tegenover hem ging zitten. "Nee." Snauwde Katashi kortaf, hij klauterde het trapje naar het bovenste bed op. De ongemakkelijke spanning van eerder was weer duidelijk te voelen. "Waarom ging je eerder weg? Het is hartstikke gezellig bij het kampvuur." Ik nam de vrijheid om op het bed, van wie het dan ook mocht wezen, te gaan liggen. "Ik ben moe en ik wil geen mensen aan mijn hoofd." Katashi klonk geïrriteerd en ik durfde niet veel meer te zeggen. Twijfelend friemelde ik aan een plukje van mijn haar. "Nou, mocht er toch iets zijn, weet dan dat je het gewoon tegen me kunt zeggen."

zaterdag 31 augustus 2013

Hotaru

Wat was samen muziek maken toch heerlijk. Natsumi en Rima klonken perfect in harmonie. Hiro zong mee alsof hij totaal zijn best niet deed, maar klonk toch bizar goed. Zelfs Ren, Koharu en Akiyama-sensei zongen het laatste refrein enthousiast mee. Al leek Akiyama-sensei wat moeite te hebben met de pitch, die we voor het gemak een stuk omhoog hadden gezet.

Because maybe, you're gonna be the one that saves me.

Ik had een haat-liefde relatie met dit liedje. Het was zo ontzettend uitgemolken en overused, maar het was zo makkelijk te spelen en te zingen, en op avonden als dit deed het liedje het gewoon erg goed, al was het alleen maar omdat ieder levend wezen op deze planeet de tekst kende. Na het allerlaatste refrein begon ons publiek te klappen, en het was niet zo overweldigend als ons eerste optreden, maar het voelde zeker goed. "Zelfs improviserend zonder instrumenten zijn jullie nog goed!" zei Akiyama-sensei grijnzend. "Dankje!" riep ik opgelaten, en ik voelde de hete gloed van het vuur op mijn wangen. Ren stond op om iets tegen Rima te zeggen en Koharu liep naar een paar van haar vriendinnen die naar ons waren komen kijken en ineens zaten Akiyama-sensei en ik weer naast elkaar. Hij schoof ietsjes naar me toe en wees naar mijn gitaar. "Mag ik?" vroeg hij. Ik trok een wenkbrauw op. "Speel jij gitaar?" Akiyama-sensei haalde één schouder op. "Ik speelde, in mijn jonge jaren. Ik ben benieuwd of ik het nog kan." Ik tilde mijn gitaar op en Akiyama-sensei pakte hem voorzichtig aan. Tijdens het aanpakken van de gitaar raakte hij per ongeluk mijn hand aan, wat me enigszins verbaasde. De gitaar was groot genoeg om zulk contact te voorkomen, leek me. Niet dat ik het erg vond. Ik staarde strak in de knetterende vlammen terwijl Akiyama-sensei wat begon te tokkelen. Het was een stuk beheersder dan de slordige akkoorden die ik speelde, en het maakte me rustig. Ik bekeek mijn vrienden in het flikkerende licht van het vuur. Koharu was inmiddels weer bij Jun gaan zitten en Katashi prikte pissig met een tak in het vuur. Natsumi en Hiro zaten met hun schouders tegen elkaar aan en Natsumi praatte zachtjes, terwijl Hiro ingespannen naar haar luisterde, alsof hij als de dood was dat hij ook maar een woord zou missen. Rima praatte met Ren, en ik voelde me ineens bizar eenzaam. Ik wensde bijna dat ik mijn gitaar bij me had gehouden, dan zou ik nu iets te doen hebben, maar Akiyama-sensei speelde zo mooi... Rima rilde en warmde haar handen aan het vuur. Hiro stond op en trok zijn donkerrode hoodie open. Hij liep naar Rima toe en liet het kledingstuk op haar hoofd vallen. Rima keek hem met grote verbaasde ogen aan, en Hiro grijnsde alleen maar, terwijl hij zijn plekje naast Natsumi weer opzocht en het gesprek hervatte. Zelf begon ik het ook koud te krijgen. De lucht leek leger en killer te worden. Het duurde even voor ik doorhad dat Akiyama-sensei was opgehouden met spelen. Ik keek om en zag hem met een pijnlijk gezicht naar zijn vingers kijken. "Dat dacht ik al." mompelde hij. "Te lang niet gespeeld. Ik heb helemaal geen eelt meer." "Het klonk anders niet slecht." zei ik terwijl ik mijn gitaar weer in zijn koffer legde en het deksel dichtklikte. "Dankjewel." zei Akiyama-sensei met zichtbare trots. "Wat een gentleman is dat toch hè?" Hij gebaarde met zijn hoofd naar Hiro. Ik glimlachte. Rima had de capuchon van het veel te grote vest over haar hoofd getrokken en staarde nu met een afwezig glimlachje in de vlammen. Ze zag er ontzettend schattig uit in het enorme vest. Alleen haar vingertoppen staken uit de mouwen. "Ja," zei ik instemmend. "Hiro is te attent voor deze wereld."

vrijdag 30 augustus 2013

Natsumi

Toen de schemering begon in te vallen, verplaatste iedereen op kamp zich als een man naar het kampvuurterrein. "Ik geloof dat je toch een beetje enthousiast geweest bent met de inkoop van die marshmallows, Rima-chan." zei Jun met een grijns. Rima glimlachte een beetje verlegen. Ze had inderdaad ruim ingeslagen. In totaal waren er zes zakken marshmallows. "Ach, je kunt nooit genoeg marshmallows hebben." zei Hotaru, met in haar ene hand een roze zak met roze en witte marshmallows, en in haar andere hand een gitaarkoffer. Ik hield zelf twee zakken tegen mijn buik aan gedrukt. Na een paar minuutjes door het bos te hebben gelopen, kwamen we aan bij het meertje, waar op het brede strand verscheidene kampvuren al vrolijk stonden te branden.We waren redelijk vroeg, dus we hadden het echt voor het uitzoeken. We kozen uiteindelijk een kampvuur dichtbij het water, waar toen alleen nog maar Akiyama-sensei zat. Het duurde niet lang voordat ook Ren aan kwam wandelen. Hij ging tussen Rima en Hiro inzitten. Hotaru, die tussen mij en Akiyama in zat, was met hem in gesprek en Jun probeerde Katashi een beetje minder chagrijnig te laten zijn door zijn haar door de war te maken. De poging mislukte echter jammerlijk en Katashi keek nog norser ervoor. Ikzelf had een van de zeldzame momenten waarop ik er intens van genoot om stil te zijn en te genieten van de geluiden om me heen. Ik zuchtte even diep van geluk terwijl ik de geur van het brandende hout opsnoof en glimlachend in de vrolijke vlammen keek en luisterde naar het gelach en gepraat van de mensen om me heen en het knisperen van het vuur. Gedachteloos liet ik mijn hoofd tegen Hiro's schouder aanvallen. Ik had niet eens doorgehad dat ik het deed, tot ik het al gedaan had en ik keek even schuin omhoog naar Hiro's gezicht om toestemming te vragen voor het lenen van zijn schouder. Hij leek een klein beetje geschrokken te zijn, maar toen ik naar hem glimlachte, glimlachte hij terug en ik richtte mijn blik weer op het vuur. "Ik hou heel erg veel van vuur als het niet bezig is huizen en mensen te verteren." zei ik dromerig. Hiro grinnikte even, waardoor zijn schouder lichtjes schudde. "Ik ook." stemde hij in. In de verte hoorde ik Koharu "Hideyoshi-senpai! Eindelijk, ik kon je echt al nergens vinden!" roepen, en ik zag hoe ze zich tussen Jun en Katashi inwurmde. Bij andere kampvuren werden spookverhalen verteld en zo nu en dan hoorde je een meisje bang gillen. Ik ging weer rechtop zitten, en greep een van de takken die naast de halve boomstammen lagen waar we op zaten. "Goed. Het is hoog tijd voor marshmallows." zei ik terwijl ik een zak openscheurde en een tiental marshmallows op de stok reeg. "Ja, ik doe mee!" zei Hotaru, die zelf ook een stok gepakt had en een marshmallow op het topje zette. Het duurde niet lang voor de marshmallows zacht en fluffig waren en ik pakte er een van de tak met mijn tanden. Toen hield ik de tak voor Hiro's gezicht. "Hier. Eet smakelijk." zei ik lachend. Hiro pakte de tak vast met zijn handen en wou met zijn vingers een marshmallow eraf schuiven. "Wow, stop. Handen zijn voor losers." zei ik streng. Ik bewoog de tak van hem weg terwijl hij me aankeek met een opgetrokken wenkbrauw. "Echt?" zei hij, met zijn hoofd een beetje schuin. "Ik ben bloedserieus." antwoordde ik. Hiro deed zijn handen op zijn rug en grijnsde. "Challenge accepted." zei hij en ik bracht de stok weer naar zijn mond. Hij pakte een zachte marshmallow vast met zijn tanden en schoof hem langzaam naar het einde van de stok. Ik begon te juichen toen hij hem los had gekregen. "Goedzo Hiro-pon." zei ik blij. Toen we alle marshmallows die we opkonden hadden gegeten, waren er nog twee zakken over. "Goed, ik geloof dat het nu wel tijd is voor een beetje muziek. En hé, we hebben geluk want er is toevallig een complete band aanwezig bij dit kampvuur." zei Akiyama-sensei na een tijdje. Een grote glimlach vormde zich op mijn gezicht. "Kampvuur concert!" riep ik blij. Hotaru had ondertussen haar gitaar er al bij gepakt. Ren en Koharu waren bij Akiyama gaan zitten, zodat we als band naast elkaar zaten. We hadden al snel overlegd welk liedje we gingen spelen. Jun zat in het midden en begon tussen zijn benen door een ritme te slaan op het hout van de halve boomstammen. "Wacht wacht wacht!" riep ik snel naar Jun. Hij stopte abrupt met slaan en keek me verbaasd aan. "Een echte band kan niet optreden zonder aankondiging." zei ik vastberaden. "Natsumi, we zitten aan een kampvuur op een stom schoolkamp. Dit is geen optreden." Ik haalde diep adem en ging staan. "Nou, de marshmallows waren van een flutmerk uit een of andere slechte winkel waar stiekem niks is wat je denkt dat het is, maar dat betekent niet dat het geen marshmallows is. Zolang we dit een optreden maken, is het een optreden. Dus, Katashi, ssssssh. We hebben een aankondiging nodig." zei ik. Ik ging gauw weer zitten. Katashi had zijn mond opengetrokken om waarschijnlijk dingen te zeggen die totaal niet aardig waren, maar Jun had sussend zijn hand op zijn schouder gelegd en hem kennelijk gerustgesteld met zijn glimlach, want hij drukte zijn lippen weer stijf op elkaar. "Goed. Koharu-chan?" zei ik, terwijl ik het meisje aan het andere kant van het vuur aan probeerde te kijken zonder dat mijn ogen werden verblind door het licht. Koharu was al opgesprongen. Ze had haar handen aan haar lippen gezet en sprak met stemverheffing. "Dames en heren!" "Jun, tromgeroffel." siste ik naar Jun. Jun begon te trommelen. "Mag ik uw aandacht voooooooor.... Pizzaflavouredcottoncandy met Wonderwall!" Akiyama-sensei, Ren en Koharu begonnen alledrie te klappen en Jun begon opnieuw het ritme te drummen op het hout. Katashi viel na een tijdje in en speelde er een simpel ritme doorheen en Hotaru begon op haar gitaar te spelen. Na het intro vielen Hotaru, Rima en ik in met de zang. Ik keek met opgetrokken wenkbrauwen naar Hiro, omdat hij niet meezong. Ik stootte hem aan met mijn elleboog en uiteindelijk zong hij toch ook het tweede couplet mee. Ondertussen hadden een paar mensen die bij andere kampvuren hadden gezeten zich verzameld om de onze. Ik glimlachte terwijl ik blij aan het zingen was en ik bewoog mee op de muziek. Ik was elke keer weer verrast over hoe geweldig het voelde om muziek te maken met deze mensen. Met mijn vrienden. Toen we klaar waren met spelen, kregen we applaus van ons publiek. Ik stond op en trok Hiro en Hotaru mee omhoog. Uiteindelijk stonden we allemaal en maakten we een buiging. Ik grijnsde. Kamp had niet beter kunnen beginnen.

zondag 2 juni 2013

Jun

We hadden de middag met zijn alle doorgebracht, een tijdje in onze blokhut en een tijdje buiten. We waren allemaal stomverbaasd dat ons idiote plan gelukt was. En uiteraard waren we daar ook heel erg blij mee. Rima was na een tijdje Ren op gaan zoeken om marshmallows te kopen. Vanavond was er namelijk een groot kampvuur voor iedereen die wilde en wat is een kampvuur zonder marshmallows? Natsumi, Hiro en Hotaru waren een of ander spel aan het spelen dat Natsumi in haar tas had gepropt en Katashi leek een beetje nors. Hij keek toe hoe Natsumi bijna van haar stoel afviel van het lachen om Hiro iets verkeerd deed in het spel. Ik kreeg een sms'je, dus haalde ik mijn telefoon uit mijn broekzak. Het was een zeer opgewekte sms van Koharu met teveel smileys. Of ik zin had om een stuk te wandelen. Waarom ook niet? "Ik ben zo weer terug!" zei ik tegen niemand in het algemeen. Ik stond op en liep de blokhut uit. Het was echt heerlijk weer vandaag. Normaal hield ik niet echt veel van schoolkampen, maar deze zou echt geweldig worden. Het terrein waar we waren was echt prachtig. Er was een groot meer en er was ook een bos. Alle bloemen stonden in bloei, vogels floten en het rook hier lekker. "Hideyoshi-senpai!" Koharu kwam aanrennen, met zoals altijd een zeer grote en stralende glimlach op haar gezicht. Ze droeg een simpel jurkje over haar bikini zo te zien. Ik vroeg me af waarom meisjes zo vaak van kleding wisselen. "Koharu-chan!" Ik stak mijn hand op. Haar wangen werden wat roder maar ik deed alsof ik het niet zag. Het viel moeilijk te ontkennen dat dit meisje me leuk vond. Zelf wist ik nog niet zo goed wat ik van haar vond, maar ik vond haar aanwezigheid niet vervelend. Ze deed me misschien een beetje denken aan een hondje. We liepen een grote ronde om het meer waarin ik alles te weten kwam over Koharu, haar jongere zusje, haar konijnen, haar puppy's en weet ik veel wat nog meer. Ze had haar arm door de mijne gestoken en er kwam echt een waterval aan woorden uit haar mond. Toch vond ik het niet vervelend om naar te luisteren. Na een tijdje viel ze stil. "Senpai... Waarom vertel je niet eens iets over jezelf?" vroeg ze. Haar grote, heldere  lichtbruine ogen keken me vragend aan. Ik dacht na. Ik wilde niets over mezelf vertellen. Aan niemand niet, maar Koharu was toch wel een beetje speciaal. Net zoals Natsumi, Rima en Hotaru waren. Dankzij Kirino had ik het niet echt meer op meisjes, maar deze vier waren speciaal voor me. Ik vertrouwde ze. Misschien kon ik toch wel iets vertellen. "Hmm, ik heb een zusje van 10. Ze heet Nozomi." begon ik. Koharu glimlachte en ik kon aan haar blik zien dat ze het fijn vond dat ik ook eens wat vertelde. Ik besefte dat bijna niemand iets over mijn verleden wist, of over Nozomi-chan. Ik vertelde het een en ander over mijn zusje. Mijn zusje betekende alles voor me en ik had altijd heel erg het idee dat ik haar voor alles moest beschermen. Ik vertelde ook dat ik al vanaf mijn 8ste drum. Dat was alles wat ik tot nu wilde vertellen. Ook al was Koharu heel aardig en vertrouwde ik haar, toch was er stiekem een stemmetje achter in mijn hoofd dat bleef zeggen "Pas op met meisjes, ze maken je leven en hel als je iets fout doet". We kwamen uit op ons begin punt. We hadden echt een flinke tijd gelopen want de zon was inmiddels onder gegaan. "Wil je zwemmen?" vroeg Koharu plots. Ik haalde een klein beetje onverschillig mijn schouders op. Koharu liet mijn arm los en trok haar jurkje uit. Ze droeg een roze geblokte bikini, maar het stond haar goed. Ze pakte mijn arm vast en trok me het water in. Gelukkig had ik mijn mobiel op mijn bed laten liggen want ik struikelde over een stuk steen in het meer. Onder zacht gevloek en gegil van Koharu viel ik voorover, tegen haar aan en samen vielen we in het water. Lachend kwamen we weer boven. Ik spetterde wat water tegen haar aan. Als een stel kleine kinderen vermaakte we ons in het water. Het interesseerde me even niet wat mensen van me zouden denken. Ik had het naar mijn zin.

dinsdag 26 februari 2013

Hiro

Natsumi was waarschijnlijk zenuwachtiger dan Katashi en ik. "Oké." zei ze op hyperactieve fluistertoon, toen de bus langzaamaan begon leeg te lopen. "Weten jullie nog wat je te doen staat?" "Gewoon achter Jun aanlopen." zei Katashi onverschillig. "Zo ingewikkeld is het niet." "Het is belangrijk dat je deze missie niet onderschat, Katashi-dono!" zei Natsumi ernstig. "En laag blijven!" zei ze tegen mij met uitgestoken wijsvinger. "Zorg dat je geen aandacht trekt. Blijf in het midden van een groep, ga niet ergens aan de randen lopen." "Het komt goed, Natsumi." zei ik sussend. "We weten wat we moeten doen." Natsumi haalde diep adem en knikte toen. Ondertussen was de bus bijna leeg. "Daar gaan we dan." zei Hotaru. We liepen in een rij naar de deur, waar Akiyama-sensei stond om iedereen te tellen. Kurizawa-sensei stond een stukje verderop met een groeiende groep leerlingen. De leerlingen van Akiyama-sensei's klas bleven bij de bus staan, zonder de anderen de weg te versperren. Beter hadden we het bijna niet kunnen treffen. We hoefden alleen maar bij de bus te blijven staan tot Akiyama-sensei klaar was met tellen. We liepen naar buiten terwijl Akiyama-sensei ingespannen over onze hoofden heen keek naar de mensen die nog naar buiten kwamen en fluisterend telde. Katashi en ik wurmden ons zorgvuldig naar het midden van de leerlingen en ik liet me enigszins door mijn knieën zakken. Na ons kwamen er nog maar een paar leerlingen uit de bus. Nadat iedereen zijn bagage had gepakt verdween Akiyama-sensei naar binnen om iets tegen de chauffeur te zeggen en kwam toen weer naar buiten. De deur van de bus ging dicht en de bus reed weg. Akiyama-sensei verhief zijn stem. "Oké. Hier zijn we dan. Edgewood Springs. Hij wierp een vlugge blik op zijn horloge. "Het is nu... Kwart voor twee. Oké. Om drie uur wordt er een rondleiding gegeven over het terrein. Tot die tijd hebben jullie de tijd om uit te pakken, te vechten om de minst beschimmelde matrassen en bij te komen van de reis. Oké, volg mij." Hij ging ons voor een bos in. Al snel waren we omringd door hoge loofbomen en liepen we over een knisperige deken van gedroogde blaadjes. Onder de kronen van het bos voelde ik me kleiner, waardoor ik vergat me nog kleiner te maken. Toen ik me realiseerde dat ik neerkeek op het meerendeel van mijn medeleerlingen, was het al te laat. Ik wierp schichtig een blik op Akiyama-sensei, alleen maar om te zien dat die terugkeek. Hij trok zijn wenkbrauwen op in een uitdrukking van herkenning, en ik dook zo snel omlaag dat ik bijna de leerling vóór me omver duwde. "Shit." zei ik met opeengeklemde kaken. "Wat?" vroeg Natsumi naast me, ietwat paniekerig. "Hij zag me." fluisterde ik, voortschuifelend met gebogen knieën. "Wie?" vroeg Jun, een verontruste uitdrukking op zijn gezicht. "Akiyama-sensei." Even bleef het stil, en ik verwachtte ieder moment de stem van Akiyama-sensei te horen. Hij zou mijn naam roepen en me vragen naar voren te komen. "Leuk geprobeerd." zou hij dan zeggen met die scheve grijns van hem, en dan zou hij me naar de hut van Kurizawa-sensei sturen. Weg van Natsumi, Jun, Hotaru en Rima. Misschien zou Katashi nog een kans hebben, maar Akiyama-sensei zou nu beter op gaan letten. Ik had alles verpest met mijn onvoorzichtigheid. Maar een paar minuten lang schuifelden we zwijgend voort, en Akiyama-sensei zei geen woord. "Weet je zeker dat hij je gezien heeft?" zei Hotaru op gedempte toon. Ik knikte heftig. "Hij keek me recht aan!" "Misschien herkende hij je niet?" suggereerde Rima. "Dat lijkt me heel sterk... Hij kent de band toch?" "Hij kent vooral Hotaru." zei Katashi nors. "Mij heeft ie al twee keer Fujitaka genoemd." "Je bent ook niet erg opvallend, Katashi." lachte Hotaru. De persoon voor me bleef plotseling stilstaan en opnieuw knalde ik bijna tegen het blonde achterhoofd aan. Toen ik om me heen keek zag ik dat de hele groep stilstond. (Lastig te zien als je net zo klein bent als de rest. Ineens vroeg ik me af hoe Rima's leven was. Die was altijd zo klein, kleiner nog.) Voor ons doemde een oud, houten gebouwtje op. Twee hout-met-glazen deuren gingen open en de groep stroomde naar binnen. We stonden in een brede gang met grauw, bobbelig linoleum  op de vloer. De muren waren bedekt met houten panelen waar doffe witte verf vanaf bladderde. "Deze kant is voor de dames." zei Akiyama-sensei, met stemverheffing. "En deze kant voor de heren. Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat de heren uit de damesslaapzalen blijven en vice versa. Niet vechten om wie waar slaapt, ik kan je garanderen dat alle bedden even oncomfortabel zijn. Zoek maar een slaapplaats." De mensen het dichtsbij de deuren openden de deuren naar de slaapzalen en de menigte wrong zich naar binnen. "Tot straks." zei ik tegen Natsumi en de anderen. "Succes!" riep Natsumi, voordat ze naar haar slaapzaal liep en ik naar de mijne. In een grote menigte middenin een bos was 'in het midden blijven' niet zo moeilijk. Maar in een rij voor de deur van een slaapzaal was het een ander verhaal. Akiyama-sensei stond nog steeds in het midden van de gang toen ik de deur bijna bereikt had. Katashi was al veilig binnen, maar ik was nog een halve meter van de deur verwijdert toen Akiyama-sensei mijn kant op keek. Als hij me de eerste keer niet gezien had, dan zag hij me nu zeker, en even was ik ervan overtuigd dat hij me zou roepen, wenken, aan mijn oor uit de rij zou slepen, of iets van die strekking. Het laatste wat ik verwachtte was wat er daadwerkelijk gebeurde: Akiyama-sensei grijnsde naar me, gaf me een vette knipoog, en richtte zijn aandacht weer op de meisjes, die al even ongeduldig bij de deur van hun slaapzaal stonden te dringen. Stomverbaasd liep ik de slaapzaal binnen, waar Jun en Katashi al een stapelbed hadden geclaimed. Katashi het onderste bed en Jun het bovenste. Jun gebaarde naar het stapelbed naast dat van hun. "Hiro, onder of boven?" Ik staarde hem even aan, nog steeds verbaasd over Akiyama-sensei's reactie. Hij wist dat ik hier was, en hoogstwaarschijnlijk ook dat Katashi er was, maar hij had blijkbaar besloten er niks aan te doen. We waren succesvol geïnfiltreerd in de klas van Natsumi, Jun, Hotaru en Rima. Een brede grijns brak door op mijn gezicht. "Boven." zei ik triomfantelijk.

vrijdag 22 februari 2013

Natsumi

Ik moest altijd nodig naar de wc als ik lang in een bus had gezeten. Toen Hotaru en ik klaar waren, liepen we samen het restaurant weer in. Ik ging even op mijn tenen staan om het hele restaurant door te kunnen kijken. "Zie jij het vriendschappelijke kamp, soldaat Hotaru?" zei ik serieus, terwijl ik mijn hand boven mijn ogen zette. Ik snapte niet zo goed waarom mensen dat deden als ze verder wilden kijken, maar het zag er altijd wel heel leuk uit. Hotaru legde lachend haar hand op mijn schouder en trok me weer naar beneden. "Ja, kijk. Ze zitten daar bij het raam." zei ze, terwijl ze even wees. "Oh ja." zei ik en ik liep er vrolijk op af. Onderweg kwamen we Jun en Katashi tegen, die net eten uit hadden gezocht. Ze hadden allebei een dienblad met wat broodjes en Jun had ook nog wat patat gescoord. "Hmm. Lekker." zei ik nadat ik een patatje van het dienblad had gepakt en het in mijn mond had gestopt. "Fijn dat je even voorproefde. Nu weet ik tenminste dat het niet vergiftigd is." zei Jun vrolijk. Hij schoof vrolijk aan naast Rima. Aan de andere kant van de tafel zat Ren. Hotaru ging naast hem zitten en daar weer naast zocht Katashi zijn plekje. Ik pakte een extra stoel bij een andere tafel vandaan en zette hem omgekeerd aan het hoofd van de tafel. Ik ging op de omgekeerde stoel zitten en leunde met mijn armen op de rugleuning. "Hoelang moeten we straks nog in de bus?" vroeg ik aan niemand in het bijzonder met de stemfrequentie van een vierjarig kindje dat veel te veel suiker heeft gehad. "Nog zo'n twee uur." zei Hiro. Ik pakte nog een patatje van Jun en keek er even naar. "Dat is nog best wel lang." zei ik een beetje sip. Ik stopte het patatje in mijn mond. Jun en Katashi hadden hun voedsel ondertussen al op. Die jongens aten als wilde aardvarkens die dagen vast hadden gezeten in een tunnel onder de grond waar geen wormen waren en toen ineens in een wormen lawine terecht waren gekomen. Heel erg snel dus. "Jongens, het kwartier is voorbij. Iedereen weer terug naar de bus!" riep Akiyama-sensei vanaf de deur van het restaurant. "Aah, nu al?" zei Rima. Ze rekte zich nog even uit met haar kleine armpjes en Ren kon het weer niet weerstaan om er een foto van te maken. Ik glimlachte eventjes. "Nou, kom op jongens! Terug naar de bus!" zei Jun, nog steeds vrolijk. "Volgens mij heeft Jun zin om het gesprek over konijntjes verder te voeren." merkte Hotaru nonchalant op terwijl ze opstond en haar stoel weer aanschoof. Juns wangen werden een heel klein beetje roder dan dat ze waren en hij reageerde niet. We liepen weer met z'n allen terug naar de bus.We gingen weer allemaal op dezelfde plek zitten en ik zat dus weer naast Hiro en naast het raam. Koharu was niet teruggekomen en het was een stuk stiller geworden aan onze kant van de bus. Jun was met zijn vingers gaan tikken op de stoel voor hem, die leeg was. Het was een ingewikkeld en snel ritme dat zichzelf vaak herhaalde. Toen ik erop ging letten, merkte ik dat Katashi steeds op hetzelfde moment in het ritme tegen de stoel voor hem schopte. Ik veerde overeind en klapte een paar keer in mijn handen op het ritme. Jun stopte en keek om. "Wat is er?" vroeg hij. "Nee, nee! Ga door!" zei ik, terwijl ik met mijn handen naar de stoel wuifde. Jun haalde zijn schouders op en ging weer verder met tikken.  Hiro keek me een beetje onbegrijpend aan, maar Hotaru leek het ook door te hebben. Ze begon zachtjes een melodietje te neuriën. Het duurde niet erg lang voor we met de hele band een leuk ritme en geneurie in elkaar hadden gezet. Uiteindelijk werd het zelfs een liedje. Het was zo leuk, dat de tijd voorbij vloog en we zomaar aangekomen waren op het kamp.

Rima

De tien minuten tot de pauze waren zo om. We stopte bij een tankstation met een kleine restaurant. De bus stroomde leeg. Jun had op de een of andere manier Koharu weten te lozen en we gingen met zijn zesjes het restaurant in. Het was vrij rustig binnen. Hier en daar stonden kleine groepjes leerlingen te kijken naar het buffet, maar mensen die niet van onze school waren, zaten er amper. "Ik ga even naar het toilet." Hoorde ik Natsumi zeggen. Hotaru zei ook zo iets. Met zijn tweeën verdwenen ze door de poortjes naar het toilet. Ik bleef achter met de jongens. "Heeft er iemand honger?" vroeg Jun. Hij wreef over zijn buik. Had hij nog niet genoeg koekjes gehad? "Katashi, jij lust vast ook wat!" Opgewekt haakte Jun zijn arm door die van Katashi en sleurde hij hem mee naar de broodjes afdeling. Een beetje ongemakkelijk bleef ik met Hiro alleen achter. Ik stond op het punt om te beginnen met praten toen er een felle flits voor mijn gezicht was. Angstig keek ik mijn ogen dicht. "Gevonden!" Hoorde ik een bekende stem blij zeggen. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen om de vlekjes weg te krijgen. Rens altijd opgewekte hoofd was tussen Hiro en mij opgepopt. "Hoi" Ik trok een pokerface om mijn lach in te houden. Meestal deed ik erg geïrriteerd als Ren ineens vanuit het niets met zijn camera tevoorschijn kwam, maar eigenlijk vond ik het niet heel erg vervelend. "Gingen jullie iets te eten halen?" vroeg Ren. Ik schudde mijn hoofd en keek naar Hiro. Hiro haalde zijn schouders op. "Laten we een tafel vrij houden." zei hij daarna. Ik knikte instemmend. Omdat het niet zo druk was, waren bijna alle tafels nog vrij. We liepen naar een tafel aan het raam, Ren kwam mee. Ik ging naast Hiro zitten en Ren kwam tegenover ons zitten. Weer knipte hij een foto. Hij keek met een glimlach naar het schermpje. "Wat schattig" zei hij. Mijn wangen werden rood. Ik moest en zou die foto binnenkort in mijn handen krijgen.

Wat is inspiratie?