maandag 23 mei 2011
Hiro
Ik keek met opgetrokken neus toe hoe Katashi om Jun's hals hing. Jun leek het allemaal wel leuk te vinden. Misschien was hij zelf een beetje aangeschoten. Ik zuchtte diep. Ik had een hekel aan dronken mensen. Ik mocht Jun en Katashi graag, maar op dit moment zag ik ze even liever niet. Ik zette mijn ellebogen op de bar en steunde met mijn gezicht op mijn handen. In gedachten verzonken staarde ik voor me uit, tot er ineens een glas voor mijn neus werd gezet. Ik schrok op. "Je ziet eruit alsof je het wel kunt gebruiken." zei een mollige met met een viezig T-shirt en een warrige grijze snor. "Van die jongedame daar." voegde hij eraantoe. Ik volgde zijn vinger. Aan een tafeltje in de hoek van het café zat een meisje van mijn leeftijd aan een tafeltje. Ze had lang zwart haar in een rechte scheiding en zwaaide verlegen. Wat een walgelijke versiertruc. Met half toegeknepen ogen keek ik naar het glas met goudgele vloeistof waar een paar grote ijsklonten in ronddobberden. "Ik drink niet." zei ik met opeengeklemde kaken, terwijl ik de neiging onderdrukte om het glas van de bar af te vegen. Ik verlangde naar het geluid van brekend glas. Het was iets nostalgisch. Ik wierp nog een blik op het meisje, dat nu een pruillip trok en realiseerde me nogiets waarnaar ik verlangde. Ik kneep mijn ogen dicht en Natsumi's glimlachende gezicht verscheen op mijn netvlies. "Oh, daar weet ik wel raaaad meee!" riep Katashi, die met een wild zwaaiende arm naar het glas maaide. "Helemaal niet." zei Jun, die het glas snel optilde en boven Katashi's hoofd hield. "Doe niet zo flàuw!" lalde Katashi, terwijl hij gevaarlijk dicht tegen Jun aan ging staan in een poging het glas af te pakken. "Jij hebt genoeg gedronken." zei Jun zachtjes, terwijl hij het glas aan de barman teruggaf. Ik schudde vermoeid mijn hoofd. Ineens voelde ik mijn mobieltje trillen in mijn zak. "Dat werd tijd." zei Jun toen ik het toestel uit mijn broekzak viste. Mijn hart sloeg een slag over toen ik "Natsumi" op mijn beeldschermpje zag staan. Stom, dat had ik kunnen verwachten. Ik had nog amper op 'beantwoorden' gedrukt toen ik Natsumi's stem in mijn ook hoorde. "Hallo? Hiro-pon?" Een vreemde kriebel in mijn maag. Alleen maar door het horen van haar stem?" "Eh... Hallo..." stamelde ik. "Zijn jullie klaar?" "Ja." Natsumi lachte. "Sorry dat het zo lang duurde." Ik slaakte een zucht van opluchting en wierp een blik op Jun en Katashi, die met zijn hoofd en armen op de bar lag en in zichzelf een liedje neuriede. "Maakt niet uit." loog ik. "Oké, tot zo dan." zei Natsumi opgewekt. "Komen jullie weer naar de bushalte?" ""Ja, is goed." zei ik. "Dan zien we jullie daar." Ik knikte naar Jun, die me vragend aankeek. "Oké, Katashi, we gaan weer naar huis." Katashi tilde zijn hoofd op. "Jouw huis?" vroeg hij met een schuin hoofd. "Nee," zei Jun geduldig. "Naar school. Ga je mee?" Katashi knikte als een enthousiast kind en sprong van de barkruk. "Op naar Jun's huis!" riep hij, terwijl hij zijn vuist in de lucht stak. In plaats van richting de deur liep hij wankelend verder de kroeg in tot hij tegen een stoel aanviel. Ik facepalmde, en Jun schoot in de lach. "Andere kant op." zei hij terwijl hij Katashi overeind hielp. Ik had bewondering voor hoe hij er mee omging, maar ik ergerde me er alleen maar aan. "Kan je staan?" vroeg Jun toen hij Katashi weer op de been hielp. Katashi begon hysterisch te lachen. "Natuurlijk kan ik staan!" Hij probeerde naar de deur te lopen maar viel alweer bijna om. Jun kon hem net op tijd bij zijn arm pakken. "De wereld wiebelt een beetje." giechelde Katashi. Jun zuchtte en schudde zijn hoofd, maar hij glimlachte nog steeds. "Oké, dan maar zo." zei hij, terwijl hij Katashi's arm om zijn schouder hing en Katashi overeind hielp. Katashi trok een grijns van oor tot oor. Jun knikte naar mij om aan te geven dat we konden gaan en stak zijn hand op naar de barman. Die knikte vriendelijk en we verlieten het café. Het begon buiten al te schemeren. Het was nogal afgekoeld en de lucht was rood-oranje. De winkelstraat was uitgestorven op een paar mensen na. Jun en ik liepen zwijgend door de straat terwijl Katashi uit volle borst het volkslied van Japan zong. "Weet je." begon Katashi toen we de bushalte naderde. "Dit... it de mooooiste dag van mijn leven." Jun grinnikte. "Dat is fijn, Katashi." zei hij droog. Katashi knikte enthousiast en keek Jun aan. Omdat hij zijn arm al over Jun's schouders had zaten hun gezichten nu nogal dicht bij elkaar. Jun keek stug vooruit. "Je bent ècht een toffe gast." zei Katashi breed grijnzend. Jun zei niks. "Ik denk zelfs..." ging Katashi verder. "Ik denk dat ik van je hou!" Zijn stem sloeg over bij het woord 'hou'. Hij knikte opnieuw en leek tevreden met zijn nieuwste ontdekking. "Ja." zei hij toen. "Ik hou van jou. Hihi. Dat rijmt. JUN. JUHUN. Ik houuuu van jouuu." Jun moest zijn lach inhouden. "Jaja, ik ook van jou." Jun keek wat melancholisch uit zijn ogen. In de verte stond een silhouette fanatiek naar ons te zwaaien. Met een schok herkende ik Natsumi. Spontaan was de grijns weer terug op mijn gezicht. Ineens maakten Jun en dronken Katashi me niet zo heel veel meer uit. Net toen ik Natsumi wilde groeten maakte Katashi zich los van Jun. "Natsu-miiiii!" riep hij schor, terwijl hij Natsumi om de hals viel. "Jij bent ook zó aaaardig!" Natsumi keek me over Katashi's schouder verbaasd aan. "Wie is dit, en wat hebben jullie met Katashi gedaan?" Ook Rima en Hotaru keken verbaasd naar de vaagjes grijnzende Katashi. Jun schraapte zijn keel. "Katashi heeft een beetje veel gedronken." verklaarde hij zakelijk, terwijl hij Katashi van Natsumi af trok en hem op het bankje bij de bushalte neerzette.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten