zaterdag 28 januari 2012

Hiro

Ik schoot in de lach. Natsumi keek me zo onschuldig aan. Haar hele gezicht zat onder de slagroom. "Ik hou van slagroom." zei ze met een kinderlijk stemmetje. "Nu nog wel ja." lachte ik. "Straks wordt het zuur en plakkerig en vies." Natsumi trok een gezicht. "Dat wordt douchen." Ik wierp een blik op Jun, die nog steeds op Hotaru's bed lag, en Katashi, er half overheen gebogen, die zijn best deed om zijn kunstwerk af te maken door de slagroom op Jun's gezicht met zijn vingers uit te smeren. Jun giechelde een beetje meisjesachtig. "Ik ga eerst wel." zei Rima, waarna ze in de badkamer verdween. Dat gaf ons nog wat tijd om een plan te maken voor de onthulling van ons 'cadeau.' Na alles nog even op gedempte toon doorgenomen te hebben liepen ook Jun, Katashi en ik richting onze kamer om te douchen. Jun was nog steeds niet uitgeklierd met de slagroom. Hij schraapte klodders slagroom uit zijn haar en duwde ze in Katashi's gezicht, om vervolgens hard weg te rennen. Katashi rende er dan ook luidkeels verwensingen schreeuwend achteraan. Glimlachend keek ik ze na. Leek erop dat ik het eerst kon douchen.
Eenmaal in de onze badkamer aangekomen draaide ik de warme kraan open en stapte onder de kraan. Zorgvuldig schrobte ik de vettige substantie van mijn huid en uit mijn haren, totdat ik helemaal schoon en slagroomvrij was. Toen ik in mijn badjas de slaapkamer inliep zaten Jun en Katashi inmiddels netjes op hun bedden te wachten. Katashi stormde als volgende de badkamer in. Ik trok een paar schone jeans uit de la, samen met een zwart shirt en een rood-wit-zwart geruiten bloesje. Ik sloeg de mouwen om tot net onder mijn ellebogen en liet de knoopjes open. Ik wachtte tot Jun en Katashi klaar waren met douchen en omkleden en daarna liepen we met z'n drieën naar het muzieklokaal. De meiden waren er nog niet. "Hoe kan het ook anders." zei Katashi, die zich vast op de pianokruk installeerde. Jun klom achter zijn drumstel en speelde het basistitme. Ik pakte de reservebass en oefende mijn loopje. Natsumi vond viool te deprimerend voor dit liedje, en daarnaast hadden we natuurlijk een bas nodig, dus had ze me opgedragen voor dit liedje wat bass te leren. Anjo-kun, een jongen uit mijn Engels-klas was ook een bassist en had me een spoedcursus gegeven. Samen met Hotaru hadden we een simpel beginnersloopje in elkaar geflanst dat het liedje dat we voor Rima hadden geschreven kon begeleiden. Nog een reden waarom ik niet viool kon spelen; Natsumi en Hotaru stonden erop dat we allemaal een paar regels zouden zingen. Zelfs Jun en Katashi. Na heel lang smeken had Jun Katashi zo ver gekregen om 2 regels te zingen. Het klonk niet eens zo heel erg slecht... Niet zo slecht als Jun in ieder geval. Maar ook daar had Natsumi iets op bedacht. Ze had Jun de opdracht gegeven een rap-stukje te schrijven in het liedje. Zo leverde hij toch een vocale bijdrage, zonder dat Rima een permanente gehoorsbeschadiging op zou lopen. Dit werkte verrassend goed. Het was misschien wel te verwachten, aangezien Jun drums speelt. Hij mocht dan niet veel gevoel voor toon hebben, ritme was helemaal zijn ding. De tekst was een ander verhaal. Maar uiteindelijk had hij toch een stukje geschreven waar in ieder geval de meiden enthousiast over waren, en dus was het liedje compleet.
Ik schrok op uit mijn gedachten toen de deur openging. "Sorry voor het wachten." zei Hotaru verontschuldigend. Natsumi volgde haar en trok de deur achter zich dicht. "We moesten Rima nog even overhalen met Ren mee te gaan. Dat geeft ons nog tijd om het liedje een laatste keer door te nemen. Ze komt over een halfuurtje ofzo deze kant op." Jun gooide zijn stokken in de lucht en ving ze weer op. "Dan kunnen we maar beter opschieten!"

Natsumi

Het was allemaal een beetje awkward nu Rima de deur in Ren’s gezicht had dichtgeslagen, ookal had ze het natuurlijk niet zo bedoeld. Ze was geschrokken van de foto. “Ach, kom toch binnen en eet taart!” Ik trok hem aan zijn pols de kamer in, en Jun had al een stuk taart voor hem op een bordje gedaan. “Bedankt.” Zei Ren, nog steeds een beetje in de war. “Iemand slagroom?” vroeg Rima. Ze hield de bus in haar handen en was ermee aan het schudden. “Ja, graag.” Ik hield het bordje zodat Rima er slagroom op kon spuiten. Ik kreeg opeens een idee toen ik zag hoe Rima de slagroom op mijn bordje spoot. Ik pakte de bus van haar af en spoot wat slagroom op mijn hand. Ik keek heel even naar Rima en duwde toen de hand vol slagroom in haar gezicht. “GEFELICITEEEEERD!” riep ik vrolijk. Het werd heel even stil. Iedereen keek van mij naar Rima. Opeens begon Rima ontzettend hard te lachen. Ze klapte helemaal dubbel. “Hé, geef dat eens aan mij.” Voordat ik het door had, had Jun de slagroom weer van mij afgepakt. Katashi stond naast hem en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Hij begon zijn hoofd te schudden, toen Jun de slagroom dreigend naar hem opstak. “Nee.. Je gaat niet.. Jun..” Katashi deed een paar stappen achteruit, maar kwam daarbij tegen het bed van Hotaru aan, waar hij op terecht kwam. Jun kwam nog steeds op hem af. Katashi probeerde zo snel mogelijk weg te komen, maar het lukte hem niet. Jun zat nu ook op het bed. “Jun, nee!” zei Katashi nog. Hij wendde zijn hoofd af. Jun grijnsde nog steeds en probeerde slagroom te spuiten op Katashi’s hoofd. Dit lukte niet helemaal, en het kwam in zijn haar en in zijn nek terecht. “Zo.” Zei Jun, en hij klom van het bed. Katashi’s hele nek was wit en zijn haar zat er ook onder. Hij kwam overeind. “Hier met die spuitbus.” Gromde hij. Hij kwam overeind en pakte de slagroombus van Jun af. “Wow. Katashi gaat los.” Zei Hotaru met opgetrokken wenkbrauwen, toen Katashi Jun’s oor aan het beslagromen was. “Oké! Nu mogen wij!” zei ik, en ik pakte de slagroombus uit Katashi’s handen, die net waren begonnen een baard op Jun’s kaak te maken. Mijn volgende slachtoffer was Hotaru. Ik tekende een bril om haar ogen heen. Uiteindelijk leek het niet echt op een bril. Het werd een heel slagroom gevecht. Niemand kwam er onbeschadigd uit. Uiteindelijk lieten we ons op de vloer vallen. De slagroombus was leeg. Ik zat naast Hiro en keek hem lachend aan. “Er zit iets wits op je neus.” Zei ik met een grijns. Ik stak mijn vinger uit en haalde wat slagroom van zijn neus en stak het in mijn mond. Ik keek hem weer aan en werd een beetje rood. Het bekende gevoel kwam weer terug. Hiro leek eventjes in de war te zijn, maar herstelde zich toen. “Er zit iets wits op je hele gezicht.” Zei hij. Ik grijnsde. “Oh. Is dat zo.” Ik likte om mijn lippen en er kwam een fraaie hoeveelheid slagroom in mijn mond terecht. “Ik hou van slagroom.” Zei ik vrolijk.

woensdag 25 januari 2012

Rima

"Shh! Pas op, dadelijk maak je haar wakker!" hoorde ik iemand sissen. Ik meende de stem te herkennen als die van Hotaru. Ik glimlachte en hield mijn ogen gesloten. Ba-dum! Er viel iets op de grond dat ik niet herkende. "Wat zei ik nou!" siste Hotaru weer. "Sorry!" siste een jongensstem terug. Het was Jun als ik het goed had. Ik hoorde iemand diep ademhalen. "Waarom deden we dit ook alweer?" vroeg Katashi knorrig. Hij kwam over alsof hij slaap te kort had. "Omdat Rima onze vriendin is slimmerd" zei Jun met een lachje. Ik glimlachte en voelde wat kriebels in mijn buik. "Oké, 1, 2, 3" zei Natsumi zachtjes. In koor begonnen vijf stemmen 'Happy Birthday' te zingen. Met een grote grijns op mijn gezicht opende ik mijn ogen en ging ik rechtop zitten. Van het beeld dat ik voor mijn ogen zag schoot ik in de lach. Links van de rij die voor me stond, stond Katashi. Hij keek nogal nors en zijn haar stak alle kanten uit. Hij droeg een rood met blauw geruite pyjamabroek en een grijs hemd. Naast hem stond een zeer enthousiaste Jun te zingen. Hij droeg een grijze pyjamabroek, een wit t-shirt met de tekst "WARNING, Completely Retarded!" en hij droeg roze konijnen sloffen. Hiro droeg een baggy joggingbroek met een wit shirt. Zijn haar stak ook alle kanten uit. Naast hem stond Natsumi. Ze was de vrolijkheid zelve en leek totaal niet moe. Ze droeg een schaapjes pyjama en had haar haren zoals bijna altijd in een paardenstaart. Hotaru droeg een geruite flanellen pyjama. Haar rode haren leken de nacht goed te hebben overleefd. Het zat nog redelijk netjes. Toen het liedje was afgelopen was ik nog aan het lachen. "Jun, je sloffen!" proestte ik uit. "Deze?" Hij stak zijn linkervoet omhoog. "Zijn ze niet onwijs aantrekkelijk en sexy?" vroeg hij en hij wiebelde met zijn wenkbrauwen. "Gefeliciteerd met je zestiende verjaardag Rima!" zei Natsumi en ze schudde enthousiast mijn hand. De rest van de band volgde. "Kijk eens wat ik heb!" Jun haalde een grote, gevulde tas tevoorschijn. Gretig nam ik het aan. De tas was gevuld met post en cadeautjes die me waren opgestuurd. Het eerste dat ik uit de tas haalde was een kaart van een tante van me. Nadat ik die gelezen had pakte ik het volgende. Het was een grote doos en een kaart van mijn ouders. Eerst las ik de kaart en vervolgens scheurde ik het papier van de doos af. De doos zat goed vol. Ik grabbelde wat en haalde er games uit. Enthousiast bekeek ik de doosjes. "Uwaaa~ Het is Soul Calibur 4!" Ik wreef koesterend over het doosje heen. Er zaten nog wat meer nieuwe games in die overduidelijk door mijn moeder waren gestuurd. Het laatste dat in de doos zat herkende ik niet. Ik haalde het papier er vanaf en vond een klein doosje. Ik opende het en er lag een briefje in. "Je nieuwe PS Vita" Las ik hard op. Mijn ogen werden groot. Ik wapperde wild met mijn hand. "Het is de nieuwe Vita!" piepte ik. "Het is gewoon een blaadje" zei Katashi die het niet begreep. Ik schudde mijn hoofd. "De nieuwe Vita is nog niet uit, maar papa, ik bedoel Otou-sama, heeft hem al besteld!". Enthousiast pakte ik de verdere cadeau's nog uit. Er zaten sieraden in, cd's, games en veel kaarten. Met een brede glimlach stond ik en liep ik naar de koelkast die op onze kamer stond. Ik haalde er een taartdoos uit. Ik zette de doos op het dichtstbijzijnde bureau en haalde de deksel er af. Een mooie, ronde en over-versierde taart pronkte in de doos. "Het is nog vroeg, maar wie wilt er een stukje taart?" vroeg ik. Jun was de eerste die met een bordje voor mijn neus verscheen, gevolgd door Natsumi. Lachend gaf ik ze een stuk. Toen iedereen van een stuk taart was voorzien werd er op de deur geklopt. Vrolijk opende ik. "Gefeliciteerd!" Flits. Eventjes verdwaasd knipperde ik met mijn ogen. "Gyaa!" Ik gooide de deur weer dicht en hield mijn armen beschermend voor mijn pyjama. "Hé!" Werd er aan de andere kant van de deur geroepen. Hotaru deed de deur open. In de deuropening stond Ren, hij had zijn fototoestel in zijn handen en keek een beetje geschokt.

zondag 22 januari 2012

Hotaru

De week ging belachelijk langzaam voorbij. Rima leek weinig te merken van de grootste plannen die zich achter haar rug vormden. Ze bracht steeds meer tijd door met Ren en leek dat ook helemaal niet erg te vinden. Ze bleef er langer dan voor ons echt nodig was, en als ze dan terug kwam bood ze met een afwezige glimlach om haar lippen haar excuses aan dat ze weer niet bij de bandrepetitie was geweest, waarna ze geanimeerd begon te vertellen over de doodenge videogames die ze met Ren speelde. Ik voelde me bijna schuldig dat Natsumi en ik Ren zelf hadden gevraagd Rima bezig te houden zodat wij aan haar liedje konden werken, maar ook Ren leek er bepaald geen problemen mee te hebben. Het instuderen van een liedje voor Rima bleek moeilijker dan dat we hadden vergist, maar door onze krachten te bundelen kwamen we er uiteindelijk toch. We hadden net voor de laatste keer geoefend toen Natsumi en ik uitgeteld naar onze slaapzaal liepen. Rima zat op haar bed met de controller van haar Play Station 3 en staarde ingespannen naar het televisiescherm. De lichten waren uit. "Aaah! Nee! Ga weg!" gilde ze angstig, terwijl ze haar hele lichaam met haar controller meebeweegde. Het beeld werd nogal wazig en er verscheen een rode handafdruk op het scherm voordat het wit werd. "You have to carry on." las Natsumi dramatisch voor. Rima draaide zich met een ruk om. "Natsumi! Hotaru! Ik schrok me dood." "Dat kan ik me voorstellen." grinnikte ik terwijl ik me naast haar op bed liet zakken. Ik tastte naar een plat plastic doosje waar ik bijna op ging zitten. "Wat is dat?" vroeg Natsumi. Ze deed het licht aan en leunde over mijn schouder. Het was het doosje van een videogame, waarschijnlijk degene die Rima nu zat te spelen. Amnesia: The Dark Descent, stond er op het doosje. "Het is een horrorgame." legde Rima uit. "Een vroeg verjaardagscadeautje van Ren." Natsumi en ik keken elkaar veelbetekenend aan. "Wat lief van hem." zei Natsumi poeslief. "Ja hè?" zei Rima, die de suggestieve ondertoon in Natsumi's stem niet op leek te merken. Ik gaapte. "Maar ehm Rima... Misschien is het een goed idee om eens naar bed te gaan." Natsumi knikte instemmend. "Morgen is de grote dag." Er kroop een kinderlijke glimlach over Rima's lippen. "Hebben jullie een cadeautje voor me?" vroeg ze vol verwachting. "Natuurlijk hebben we dat, kleine gameverslaafde." Natsumi sloeg haar arm om Rima's hoofd heen en wreef de knokkels van haar vrije hand over Rima's kruin. "Ik ben niet verslaafd!" piepte Rima gesmoord. "Wat hebben jullie dan?" vroeg ze toen Natsumi haar had losgelaten terwijl ze een vergeefse poging deed om haar lange haren te fatsoeneren. "Dat zie je morgen wel." zei ik plagerig. "En nu naar bedje toe." Rima sloeg haar ogen ten hemel en wierp een blik op haar beeldscherm. "Dan speel ik later wel verder..." mompelde ze beteuterd. Natsumi grinnikte geheimzinnig. "Ik betwijfel of je daar wel tijd voor zult hebben."

zaterdag 21 januari 2012

Katashi

Natsumi liep voorzichtig naar de deur toe en duwde die een stukje open. Ze stak haar hoofd langs de deur en draaide zich toen weer naar ons om. "Mooi. Ze is weg." zei ze blij. Ze liep naar de tafel en schoof de bordjes en kopjes aan de kant om er in kleermakerszit op te gaan zitten. "Oké. Wat gaan we doen." zei ze. Ik keek haar raar aan. "Hoe bedoel je, 'wat gaan we doen?'" Ik had echt geen flauw idee waar ze het over had, al had ik dat probleem wel eens vaker als Natsumi aan het praten was. Ik zag dat ik niet de enige was die het punt miste. Hiro en Hotaru keken elkaar ook een beetje onbegrijpend aan. "Rima's verjaardag natuurlijk!" zei Jun. "Oh ja. Rima is over een week jarig." zei Hotaru. Oh nee. Verjaardagen. Ik had een hekel aan verjaardagen. "Jun en ik dachten dat het leuk zou zijn om uit een taart te springen." zei ze enthousiast. Ik lachte schamper. "Ja hoor. Uit een taart springen." zei ik cynisch. "Ehm.. Hoe had je dat in gedachte?" vroeg Hotaru. "Nou gewoon. Een taart. En daar springen we dan uit. Met veel slagroom en aardbeien." Ik schudde mijn hoofd. "Als dat lukt, dan gooi ik mezelf van een gebouw." Natsumi's gezicht betrok. "Maar.. Dan hebben we geen pianist meer.." zei ze sip. "Goed. Laten we iets anders verzinnen." zei Hiro. "We kunnen 'Happy Birthday Rima' in de lucht laten schrijven met een roze straaljager!" zei Natsumi toen weer blij. "Ja! Of met een luchtballon!" zei Jun. "Je kunt het ook met een zeemeeuw proberen." mompelde ik sarcastisch. Het was echt belachelijk. "We kunnen haar ook geld geven." zei ik tenslotte. Iedereen keek me geschokt aan. "Wat? Dat is toch heel gewoon?" Ik snapte niet wat het probleem was. "Ja, dat is het nou juist, Katashi. Het is gewoon. En Rima is ontzettend speciaal. Ze is ons kleine, schattige, taartjesbrengende kindje. Die kunnen we toch geen geld geven!" zei Natsumi terwijl ze heftig haar hoofd schudde. "We zouden een liedje voor haar kunnen schrijven." zei Hotaru. Jun knikte. "Ja.. Ja! Dat is best een goed idee." zei hij. Natsumi glimlachte. "Ja! Ik ben het er mee eens. We gaan een liedje schrijven." zei ze. Oké. Een liedje schrijven. Dat was nog niet eens zo'n onmogelijk idee. Dat zou nog best eens goed kunnen worden. "Maar goed. We moeten nu eerst het lokaal leegmaken. Het schoolorkest moet erin. We kunnen het later nog wel over het liedje hebben." zei Natsumi. "Hiro, wil jij even helpen met de microfoonstandaards? En als Jun nou gewoon bezig gaat met zijn drumstel en Katashi zorgt dat de versterkers bij de deur komen te staan, zodat we die straks in een keer mee kunnen nemen. Dan zorgen Hotaru en ik dat de instrumenten goed terecht komen." zei ze. We gingen allemaal aan het werk. De versterkers waren best wel zwaar. Ik had al een versterker naar de deur gesleept, en ik begon nu aan de tweede. Ik zette een paar stappen met het zware ding in mijn handen, maar ik voelde hoe het naar beneden begon te glijden. Ik kon het gewoon niet meer houden. "Jun.." "Wat?" "Jun!" De versterker begon al langzaam uit mijn handen te vallen. "Oh crap." Binnen een paar seconden werd alles meteen een stuk lichter en ging alles weer goed. Jun stond tegenover me, en had de versterker vastgepakt. Er leunde iets warms op mijn vingers. Ik keek naar beneden en zag hoe Jun's hand op de mijne lag. "Ehm.. Dankje.." zei ik toen de versterker op de grond stond. Ik haalde mijn hand snel weg en stopte hem in mijn broekzak. "Geen probleem." Jun glimlachte vrolijk en liep terug naar zijn drumstel. Ik zuchtte even en tilde toen de versterker weer op om hem naar de deur te slepen.

vrijdag 13 januari 2012

Rima

Na I See The Light hadden we nog een paar nummers gespeeld die niet uit Disney-films kwamen. "Pauze!" riep Natsumi. Ik keek naar de grote ronde klok die boven de deur hing. "Oh, ik moet gaan. Ik heb met Ren afgesproken." Ik zette mijn bass in zijn standaard en draaide me naar de rest. Jun floot. "Heb je een date?" vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd. "Nee, Ren en ik zijn gewoon vrienden." zei ik, toch voelde ik mijn wangen licht verkleuren. "Oeh, dat zag ik! Rima is verliefd, Rima is verliefd!" begon Jun als een klein kind. Ik balde mijn vuisten en haalde even rustig adem. "Hoe lang al?" "Ik ben niét verliefd op Ren!" zei ik hard en duidelijk. Geïrriteerd liep ik het lokaal uit. Tot mijn verbazing stond Ren naast de deur. Hij keek een beetje triest. Had hij me net gehoord? "Hoi!" Ik glimlachte. Ren glimlachte terug, maar zijn ogen deden niet mee. Er viel even een nare stilte. "Ik dacht, ik kom je ophalen, maar je was me net voor" verbrak Ren de stilte. "Zullen we gaan?" Ik knikte, nog steeds glimlachend. We liepen richting Rens kamer. Hij deelde een kamer met Natsuyabi Keiichi en Kago Takeshi. "Dus je hebt een nieuwe game?" vroeg ik. Ren knikte. "Amnesia: The Dark Descent. Wel eens van gehoord?" vroeg hij. Ik dacht even na. Amnesia klonk bekend. "Volgens mij wel, maar ik ben benieuwd!" Ren hield de deur voor me open en ik liep zijn kamer in. "Het is online." zei Ren. Hij liep naar zijn Macbook en klapte het open. Een beetje verlegen pakte ik een stoel en ging ik naast hem zitten. Ren logde in en schoof zijn Macbook naar mij toe. "Speel jij maar." Zei hij met een grijns. "Oké!" Ik wreef in mijn handen en begon met de game. Ren keek nauwlettend mee. Een hele tijd gebeurde er niets. Ik speelde gewoon verder en verder. "Wil je iets te drinken?" vroeg Ren. Ik knikte. Ren stond op en ging iets drinkbaars halen. Ondertussen speelde ik verder. De achtergrond muziek van de game veranderde ineens en mijn beeld werd wat waziger. Er rende een monster achter me aan. "Fack! Nee. REN REN REN REN REN REN REN!" riep ik hard terwijl ik op het toetsenbord smashte. Ren kwam aanrennen (haha xD). "Wat is er? Wat is er?" vroeg hij geschrokken. "HET ZIT ME ACHTERNA. REN REN REN!" Ren begon te lachen en stond naast me. Het monster haalde naar me uit en raakte me een paar keer. Daarna viel ik dood op de grond. Ik greep Rens arm vast. "Speel jij maar verder!" zei ik met een hoog stemmetje. Mijn hart ging razend te keer van de schrik. Ik had het totaal niet op spelletjes waarin iets me achtervolgde. Ren lach inmiddels dubbel van het lachen. "Het is maar een Grunt" zei hij. Ik trok een pruillipje. Ren keek naar het scherm maar ik zag dat zijn oren rood werden.

maandag 9 januari 2012

Hiro

De zenuwen gierden door mijn lijf toen Natsumi haar stukje zong. Ik moest zingen. Zingen. Ik. Ik kon helemaal niet zingen. En ik kende ook nog eens het liedje niet. Op zich was het ritme vrij makkelijk op te pakken, maar toch. Natsumi zong zoals altijd fantastisch, en ik wilde absoluut niet voor haar afgaan. Ik keek naar mijn blaadje om nog een keer de tekst door te nemen. Ik hoefde maar acht regels alleen te zingen, daarna moesten Natsumi samen. Ik maakte me vooral zorgen over het tweestemmige gedeelte... De tekst was in ieder vrij simpel. Het sloot eigenlijk wel een beetje aan bij hoe ik me voelde als ik bij Natsumi was. Dus mijn verliefdheid was inmiddels te vergelijken met de tekst van een Disney-liedje... Oh God, dit begon verontrustende proporties aan te nemen. Ik was zo gefocust op de tekst dat ik nauwelijks merkte dat Natsumi's stukje bijna afgelopen was. Mijn ademhaling versnelde toen ze de laatste zin zong. Er was een korte solo en daarna moest ik. Ineens werd ik supernerveus. Ik kon dit helemaal niet! Ik stond op het punt om me om te draaien en te zeggen dat ik het niet kon toen ik Natsumi's koude vingers tegen mijn klamme handpalm voelde. Ze keek me stralend aan en kneep zachtjes in mijn hand. Het was alsof ze me aanmoedigde. Verrast keek ik in die helderblauwe ogen. Ik moest het wel zingen. Ik had geen keus. Het laatste wat ik wilde was Natsumi teleurstellen, en zij had hier zoveel plezier in... De solo naderde zijn einde en Natsumi liet mijn hand los. Ik haalde diep adem en pakte de microfoon. "All those days, chasing down a daydream. All those years, living in a blur." Ik probeerde mijn overspoelende gevoelens voor Natsumi in mijn stem te verpakken. Ik was van plan geweest om zachtjes te zingen, maar ik merkte al snel dat ik wel harder móest gaan zingen, om het trillen tegen te gaan. Ik had net de smaak te pakken toen de achtergrondmuziek ineens wegviel. Ik stopte met zingen en draaide me verbaasd om. Iedereen keek naar Rima. Blijkbaar dacht ze dat er een vogel tegen het raam ging vliegen. Ik zuchtte opgelucht. Phew, dan lag het ten minste niet aan mijn zang. Maar nu moesten we weer van begin af aan, terwijl ik mijn stukje net bijna achter de rug had! Achja, nu kon ik ten minste Natsumi opnieuw horen zingen. Haar stukje was binnen no time voorbij en ik begon opnieuw te zingen. Deze keer waren er geen onderbrekingen. Na mijn stukje kwam het gezamelijke refrein. Natsumi en ik keken elkaar aan terwijl we zongen, en ik voelde mijn knieën week worden. Dit was eigenlijk best leuk. Tot mijn verbazing ging zelfs het tweestemmige gedeelte goed. Het was alsof Natsumi met met haar sprankelende ogen de weg wees. Onze stemmen klonken samen verbazingwekkend goed. Ik was niet weg van mijn eigen stem, maar die van haar leek de mijne te neutraliseren, of zelfs te complementeren. Zonder het door te hebben waren we een beetje naar elkaar toegelopen onder het zingen. Bij de laatste regel was er nog maar een paar centimeter afstand tussen onze gezichten. "Now that I see you." zongen we samen, en onze stemmen schoten de hoogte in, als twee vogels, die samen een plekje zochten om een nestje te bouwen. Hotaru en Katashi speelden de outro, waarna Jun in een spontaan applaus uitbarstte. Hotaru viel bij, en later ook Rima. "Dat was fantastisch!" riep Jun enthousiast. "Ja!" riep Hotaru met trillende stem. "Jullie klinken zo goed samen! Ik ben er helemaal fluffig van." Haar ogen glinsterden verdacht. Ik schoot in de lach en keek weer naar Natsumi, die met rode wangen naar onze bandgenoten keek. "Goed gespeeld, jongens." zei ze zachtjes. Ze keek zo gelukkig dat ik het er warm van kreeg. "Jij ook, goed gezongen, Natsumi." zei ik, terwijl ik zachtjes in Natsumi's schouder kneep.

Natsumi

Ik voelde me helemaal in mijn nopjes toen we begonnen met spelen. Het was anders dan het origineel, en het was bij lange na niet perfect. Maar het had iets. Eigenlijk voegde het onwennige misschien wel iets toe. De intro was niet lang, en begon al snel te zingen. "All those days, watching from the windows. All those years, outside looking in.." Ik had mijn ogen dicht en voelde de geluidsgolven van de bas en de drums door mijn lichaam. Het voelde geweldig. "Standing here, it's all so clear. I'm where I'm meant to be." Het was allemaal precies zoals ik me voelde. Er kroop een glimlach op mijn gezicht. Ik had de laatste weken zoveel meegemaakt. Zoveel geweldige dingen. Ik had geweldige mensen ontmoet. Mensen die ik nooit meer kwijt wilde. Ik had nog nooit zulke goede vrienden gehad. En hoe lang kenden we elkaar nu? Twee maanden? Veel langer was het niet. De tijd die ik had gehad was bij uitstek de beste van mijn leven geweest. Ik stortte alle gevoelens die ik had in het liedje. Terwijl ik zong, flitsten alle geweldige momenten die ik de afgelopen weken had beleefd door mijn hoofd. Alle bandrepetities. Het winkelen in de stad. Gewoon zitten op het grasveldje. De knuffels. Ons eerste optreden en natuurlijk het geweldige schoolbal. Er waren de hele tijd wel dingen mis gegaan, maar het maakte niet zoveel uit. Als we maar samen waren, konden we het wel oplossen. Daar was ik van overtuigd. Ik was er ook van overtuigd dat het voorbestemd was dat ik Jun, Katashi, Hotaru, Rima en Hiro zou ontmoeten. "And it's warm and real and bright, and the world has somehow shifted." Alles voelde zo goed als ik bij hen was. Van het gezellig met Rima en Hotaru kletsen in onze kamer voor het slapen gaan tot het klieren met Jun in de les. Elk moment was een warm, en schitterend moment. Net zoals alle momenten met Hiro. Als ik Hiro maar vanuit mijn ooghoeken kon zien, dan wist ik dat er niets fout zou kunnen gaan. Ik kon alles aan als hij in de buurt was. Als ik aan hem dacht, bloeiden er tientallen bloemenvelden in mijn hoofd op. Ik opende mijn ogen weer en keek naar Hiro. Hoe hij bij de microfoon stond. Een beetje onwennig. Ook wel een klein beetje zenuwachtig. Hij keek nu terug, en ik voelde hoe mijn liefde voor hem zich als warm water door mijn hele lichaam verspreidde. "All at once, everything looks different. Now that I see you." Sloot ik mijn stuk af. Het was waar. Ik bekeek de wereld heel anders sinds ik Hiro had ontmoet. Alles was anders. Het gras was groener. De lucht was blauwer. De pimpelmeesjes waren pimpelliger. Alles was gewoon perfect. Ik bleef naar Hiro kijken tijdens de solo. Straks begon zijn stuk. Ik stond dichtbij hem en stak mijn hand uit naar de zijne. Toen mijn koude hand zijn warme vingers raakten, keek hij me heel even geschrokken aan. Daarna ontspande zijn gezicht weer. Ik gaf even een klein kneepje in zijn hand en glimlachte. Daarna liet ik weer los. Nu was zijn solo. Hij haalde diep adem. "All those days, chasing down a daydream. All those years, living in a blur. All that time, never truly seeing things the way they were." Mijn adem stokte in mijn keel. Het was dat ik de hele tijd naar Hiro had gekeken terwijl hij zong, maar anders had ik niet geloofd dat het geluid wat ik net had gehoord uit zijn mond kwam. Het was prachtig. Het was echt ontzettend goed. De vlinders in mijn buik waren nog onrustiger heen en weer gaan vliegen als dat ze al deden. Ik had het nog even niet door toen Hiro opeens was gestopt met zingen en achterom keek. Ik keek ook naar achteren. Niemand speelde ondertussen meer. "Rima? Is er iets aan de hand?" vroeg Jun verbaasd. "Nee niets. Ik eh. Tja. Ik dacht dat er een vogel tegen het raam ging vliegen." Ik was best teleurgesteld dat we niet in een keer door hadden kunnen spelen. Het ging allemaal zo goed.. Er ontsnapte een klein zuchtje uit mijn mond en ik richtte me weer op mijn gitaar. Jun stelde voor om het nog een keer te proberen en we begonnen weer van begins af aan.

zaterdag 7 januari 2012

Rima

Een romantisch duet. Waarom was het altijd Natsumi en Hiro. Om mijn woede een beetje af te reageren, plukte ik aan een snaar, het was alleen net iets te hard waardoor deze knapte. "Stik!" Ik liep naar mijn basgitaar tas en haalde daar een pakje met nieuwe snaren uit. De rest negeerde me een beetje omdat Natsumi zojuist haar iPod tevoorschijn had getoverd en iedereen het liedje liet luisteren. Ik begon mijn gesprongen snaar te vervangen en negeerde de andere ook. Dit was weer zo'n moment waarop ik me buitengesloten voelde, al was het vast hun bedoeling niet. Het was vast ook deels mijn eigen schuld. Toen de nieuwe snaar erop lag stemde ik hem bij oor goed en ging ik terug staan. Jun keek in mijn richting en stak zijn duim op. Het liedje was inmiddels afgelopen. Ik keek naar Hiro. Hij staarde serieus naar het papier met de tekst in zijn handen. Een klein zuchtje van verlangen ontsnapte. Rima! Waar ben je mee bezig! Zei ik streng tegen mezelf. Ik sloeg mijn ogen neer. "Oké! Is iedereen er klaar voor!" Natsumi keek iedereen kort aan. "Jun!" Jun stak zijn stokken in de lucht. "1, 2. 1, 2, 3, 4!" riep hij. De versie die wij op papier hadden, was wat rockender dan het origineel. Het klonk nog allemaal wat onwennig en nog niet helemaal goed, maar iedereen deed zijn of haar uiterste best. Dat zag ik toen ik rond keek. Natsumi begon te zingen. Ze klonk werkelijk als een engeltje. Ik vond haar stem fijner om naar te luisteren dan het origineel. Ze zong en speelde het liedje deels met gesloten ogen. Het was overduidelijk dat ze het kende met hart en ziel. Het was ook te horen. Na een instrumentaal stukje begon Hiro. Mijn mond viel letterlijk open en ik was zo verbaasd dat ik was gestopt met spelen. Ik wist niet dat Hiro zo goed kon zingen. Mijn liefde voor hem was zichzelf aan het vermenigvuldigen. Ik staarde nogal naar hem. "Rima? Is er iets aan de hand?" vroeg Jun. De rest was inmiddels ook gestopt. Ik stotterde wat en duwde mijn mond dicht. "Nee niets. Ik eh. Tja. Ik dacht dat er een vogel tegen het raam ging vliegen." Ik wees naar buiten en draaide mijn inmiddels rode hoofd weg van de rest. Natsumi zuchtte even. "Laten we opnieuw beginnen." Opperde Jun. De rest knikte instemmend. Ik kon mezelf wel tegen mijn voorhoofd slaan. Deze keer moest ik door blijven spelen. Jun begon weer af te tellen. Deze keer ging ik Hiro negeren, dan zou het vast goed gaan.

donderdag 5 januari 2012

Hiro

Vol spanning wachtte iedereen af hoe Katashi zou reagereen. Ongerust dacht ik terug aan die keer dat Jun Katashi's brief had afgepakt. Ze leken net een beetje vrienden te worden, en ik hoopte vurig dat dit ze niet weer terug bij af zou brengen. Tot iedereen's verbazing zei Katashi niets. Hij at de aardbei met een uitgestreken gezicht op, en zelfs toen Jun zijn welgemeende excuses aanbood, wuifde Katashi ze onverschillig weg. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Katashi was echt vooruit gegaan in de tijd dat we hem kenden. Het was nog steeds een norse zuurpruim, maar hij was beduidend minder opvliegend, en leek beter dan verwacht in staat om affectieve gevoelens te ontwikkelen. En die had hij wel, dacht ik bij mezelf. Voor ons allemaal, al zou hij dat natuurlijk nooit toegeven. Met nog steeds dezelfde vredige glimlach keek ik hoe de uitgelaten sfeer in de kamer terugkeerde en iedereen weer gemoedelijk kletsten over van alles en nog wat. Voor de zoveelste keer verbaasde ik me erover hoe snel ik me aan deze mensen was gaan hechten, en hoe goed we elkaar hadden leren kennen. Katashi was dan wel van nature humeurig en pessimistisch, toch zou de groep zonder hem niet compleet zijn. Hij voegde iets toe, al kon ik niet zo goed benoemen wat dat dan precies was. Dan hadden we Jun. Hij was in het begin nog wel eens behoorlijk teneergeslagen geweest, en af en toe nog steeds, maar vandaag had hij een goede dag. En op goede dagen was Jun grappig, opgewekt en energiek, en een onmisbare verrijking van de groep. Hotaru zag ik een beetje als de moederfiguur van het geheel. Ookal was ze niet de oudste. Soms deed ze zelfs meer een beetje denken aan een sentimenteel oud omaatje, op een goede manier natuurlijk. Ook kon ze met Natsumi best wel melig doen. Rima hield zich altijd wat meer op de achtergrond. Maar door haar toedoen zaten we nu wel allemaal te genieten van heerlijke chocoladecake. Ze was ook echt het liefige, schattige meisje. Hoewel ze soms verrassend scherpe kantjes had, zoals net toen ze Katashi een tik op zijn hoofd had gegeven. Als vanzelf werd mijn blik vervolgens naar Natsumi toegetrokken. Natsumi. Altijd het stralende middelpunt, maar niet zodat het irritant werd. Natsumi was altijd degene die met gekke ideeën kwam, en met haar onuitputtelijke energie en vrolijkheid neutraliseerde ze Katashi's pessimisme. Ik dacht nog een paar seconden na over Natsumi's sprankelende persoonlijkheid toen ze ineens terugkeek, en ik realiseerde me dat ik misschien wel iets te lang naar haar had gestaard. Snel sloeg ik mijn ogen neer. "Oh trouwens..." zei Natsumi ineens. Haar stem schoot de hoogte in, waardoor iedereen wist dat ze enthousiast over iets ging doen. "Ik heb zó'n geweldige film gezien!" Hotaru leunde geïnteresseerd voorover. "Vertel." Natsumi rechtte haar schouders, zoals ze vaker deed als ze een belangrijke mededeling had. "Tangled." zei ze toen gewichtig. Ze keek de groep rond en wachtte de reactie af. Ik had er persoonlijk nog nooit van gehoord. "Ehm..." begon Katashi. "Is dat niet die ehm... Disneyfilm? Met dat mokkel met belachelijk lang haar enzo... En dat paard die denkt dat het een politiehond is?" "MAXIMUS!" riep Jun opgewonden. Katashi's stoel schoot een halve meter achteruit in reactie op het harde geluid dat Jun zojuist had geproduceerd. "JAAAAAAA!" gilde Natsumi. Katashi liet moedeloos zijn hoofd in zijn handen vallen. Natsumi begon hyperactief op haar stoel te stuiteren. "En er zitten hele mooie liedjes in die film! En ik dacht... Misschien kunnen we die wel spelen... Want misschien heb ik de akkoorden van I See The Light al wel uit mijn hoofd geleerd enzo." Jun knikte enthousiast. "Daar zitten toch niet zoveel drums in. Moet lukken." Hotaru hield haar hoofd een beetje schuin. "Als je me bladmuziek geeft en het liedje laat horen kan ik het vast wel spelen." Ik knikte langzaam. "Ik vind het best." Natsumi trommelde blij op de tafel. "Oké. Dat wordt geweldig." Ze stond op en pakte haar gitaar. Ook de rest van de band stond op en pakte hun instrumenten. Ikzelf haalde mijn viool uit de koffer en legde hem op mijn schouder. Jun stak zijn stokken al in de lucht om af te tikken, toen hij ineens ophield. "Ehm... Natsumi..." begon hij. Natsumi trok nu ook een bedenkelijk gezicht. "Inderdaad..." zei ze nadenkend. "Wat?" vroeg ik nieuwsgierig. Natsumi keek nog moeilijker dan ervoor. "Nou ehm... Het is eigenlijk ehm... Een duet." Ik haalde mijn schouders op. "Nou en? Rima en Hotaru kunnen toch allebei zingen?" Jun kuchte zachtjes. "Ja maar... Het is zeg maar... Ehm... Een romantisch duet." "Tussen een jongen en een meisje, zegmaar." vulde Natsumi aan. Ik knikte langzaam. "Nouja... Jun, jij kent de film." Jun salueerde. Hij schraapte zijn keel en begon te zingen. "All those days..." zong hij, voor hoever je het zingen kon noemen. Er kwam een soort, vals, krakerig geluid uit zijn mond. Natsumi trok een gezicht alsof ze in een punaise was gaan staan. "Ehm... Ik denk niet dat we de drums bij dit liedje kunnen missen, Jun." Hotaru knikte overdreven instemmend. "En je kan echt niet zingen en drummen tegelijk. Dan ga je allemaal fouten maken." Rima zuchtte geërgerd. "Jongens, hij heeft er meer aan als we gewoon eerlijk zijn." Ze wendde zich naar Jun en keek hem ernstig aan. "Wat ze proberen te zeggen is dat je eigenlijk niet kan zingen." Jun leek even gekwetst, maar herstelde zich snel. "Katashi dan!" zei hij hoopvol. Alle ogen werden verwachtingsvol op Katashi gericht. Hij zei niks, maar zijn woeste blik sprak boekdelen. "Of eh... Niet." zei Hotaru snel. "Dan blijft er nog één iemand over." Haar blik verplaatste zich van Katashi naar mij, en de andere blikken volgden al snel. "Maar ik ken de tekst niet!" zei ik met een klein stemmetje, maar ik wist al dat het een verloren strijd was. Ik zou nog met een parachute uit een vliegtuig springen, gekleed in niets anders dan een hartjesonderbroek als Natsumi het me zou vragen. "Oké..." zuchtte ik. "Laat maar horen dat liedje."

Katashi

Ik had echt zo'n hekel aan schoolkampen. De bedden waren hard en de kussens leken niet eens op kussens. Er waren overal beestjes en er kwamen altijd takjes in mijn schoenen als we door het bos moesten lopen. En ik hield niet van zwemmen. Ik haatte zwemmen. En dan van die mensen die aanstellerig gaan doen over zogenaamde 'idyllische' meertjes. Meestal wisten ze zelf niet eens wat idyllisch betekende. En als iemand me in dat meertje zou duwen, zou zijn leven niet langer veilig zijn. En die kleffe, verbrande marshmallows die aan je tanden bleven plakken en die je drie dagen erna nog steeds kon proeven. Er waren ook nog van die idioten die als debiele orang-oetangs van heuvels af gingen rollen. En die zonsondergangen vielen ook altijd tegen. Nee. Ik haatte schoolkampen heel erg. En dan ook nog met zo'n feeks als Kurizawa-sensei. Bah. Het idee van Natsumi zorgde dan weer dat het laatste probleem opgelost werd, al betwijfelde ik ten zeerste of het zou gaan lukken. Maar toch had ik er nog steeds helemaal geen zin in. Ik stak nors het vorkje in mijn cake. "Mogen we nu wel eten?" bromde ik. Rima ging elegant naast me zitten en knikte met haar kleine hoofdje. Ik begon mijn ontevredenheid af te reageren op het arme cakeje. Het was wel lekker. Voordat ik het door had lagen er alleen nog maar kruimels en een paar chocolade snippers op mijn bord. Ik keek naar de overkant van de tafel waar Jun en Natsumi deden alsof de vorkjes met cake vliegtuigen waren en de vorkjes tegen elkaar lieten botsen en motor geluiden maakten. Iets in mijn hoofd zei dat het enorm kinderachtig was en dat ik het helemaal niet leuk moest vinden. Maar op een of andere manier was er iets in mijn hoofd dat zei dat het.. Schattig was.. Ofzo.. Ik wendde mijn blik af en richtte mijn overgebleven agressie nog af op mijn thee. Die nog verrekte heet was ook. Opeens kwam er iets plakkerigs terecht boven mijn linkerwenkbrauw. Het bleef twee seconden hangen en viel toen op mijn spijkerbroek. Het was een aardbei. Het was opeens doodstil in de ruimte. Ik keek op. Ik was niet blij. Iedereen keek me geschrokken aan. Hiro had net een stuk cake in zijn mond willen stoppen, maar het vorkje bleef twee centimeter voor zijn mond hangen. Hotaru slikte hoorbaar een stuk cake door. Rima had haar theekopje aan haar lippen, maar dronk niet meer. Nu keek ik naar Natsumi en Jun. Natsumi had haar hand voor haar mond en probeerde overduidelijk om niet in lachen uit te barsten. Maar haar aardbei lag nog op haar cakeje. Die van Jun was op mysterieuze wijze verdwenen. Hij had zijn vorkje in zijn rechterhand en zijn linkerhand zat in een positie waar duidelijk door werd dat hij net iets had afgeschoten met zijn vorkje. Mijn ogen schoten vuur, maar Jun keek me zo ondeugend aan dat ik niet boos op hem kon blijven. Hij beet zachtjes op zijn lip en ik kon zien dat hij erg probeerde om niet te gaan lachen, maar dat hij het goed in bedwang kon houden. Ik pakte met een uitgestreken gezicht de aardbei op mijn schoot op en stopte hem in mijn mond. Het leek alsof de kamer weer een paar graden warmer werd en iedereen haalde weer normaal adem. "Sorry, Katashi." zei Jun, nu toch wel met een glimlach om zijn mond. Ik maakte een gebaar met mijn hand waaruit bleek dat ik er niet zo'n punt van maakte. Langzamerhand begon iedereen weer te praten en was alles weer normaal.

Jun

Na de les liep ik met Rima en Natsumi naar het muziek lokaal. Bandrepetitie. Rima sloeg af "Ik moet nog even wat halen!" riep ze achterom. Natsumi keek een paar keer nog achterom voordat ze begon te praten. "Weetje, Rima is bijna jarig. Dit is het eerste verjaardagsgeval in onze band! Het moet echt iets spectaculairs worden" zei ze opgewekt. We keken elkaar kort even aan. "We gaan uit een taart springen!" riepen we in koor. "Maar hoe komen we aan zo'n grote taart?" vroeg ik terwijl ik over mijn kin wreef. Natsumi dacht even diep na. "Bestellen bij de bakker natuurlijk." We liepen het muziek lokaal in. "Misschien hebben de andere zo meteen een idee." mompelde ik terwijl ik plaats nam achter mijn drumstel. De deur van het muziek lokaal ging weer open en Rima kwam binnen met de bekende tasjes gevuld met cakejes en thee. Ik keek toe hoe Rima kopjes, schoteltjes en bordjes neerzette met een lichtroze bloemetjesprint. Ze haalde een thermosfles en een theepot uit haar tas. Vervolgens schonk ze de hete thee over in de theepot en haalde ze een gebaksdoos tevoorschijn. Als een professionele taartschepster schepte ze op alles bordjes een stukje heerlijk uitziende cake. Spontaan stapte ik achter mijn drumstel vandaan en nam ik plaats aan tafel. "Itadakimasu~" Ik pakte een vorkje en stond op het punt een hap te gaan nemen toen ik een harde tik met een theelepeltje op mijn linkerhand kreeg. "Afblijven. Je moet wachten tot de andere er zijn." zei ze streng. Ik trok een pruillipje. Rima schudde haar hoofd en ging verder met cakejes opscheppen. De cakejes zagen er verschrikkelijk lekker uit. De chocolade, opgerolde cake, met daartussen in slagroom zag er verrukkelijk uit. De bovenkant van het cakeje was bedekt met chocolade spikkels en een grote, rode aardbei. "Rima, waar haar je het toch altijd vandaag?" vroeg ik. Rima keek om. "Hi~mi~tsu" zei ze met een knipoog en een vinger tegen haar lippen. Dat was best schattig. Ik voelde mijn wangen een beetje verkleuren. Met een hoop herrie ging de deur weer open. "Ik háát schoolkampen! Al helemaal als we met die heks van een Kurizawa-sensei moeten gaan!" gromde Katashi met opeen geklemde kaken. Hiro klopte hem op zijn schouder. Ze namen allebei plaats aan tafel. Katashi keek ongelofelijk nors. "Ah, Katashi, moet je een knuffel" zei ik plagend. "Rot op Jun" Ik lachtte, maar stiekem was ik misschien een heel klein beetje gekwetst. Katashi wilde ook een hap van het cakeje namen, maar Rima was hem te snel af en gaf hem een kleine tik tegen zijn hoofd. "Afblijven!" Natsumi nam plaats tegenover Katashi en keek hem ernstig aan. "Schoolkamp is toch hartstikke leuk!" zei ze. "Niet als je met Kurizawa-sensei gaat" mompelde Katashi. "Maak je maar geen zorgen Katashi, want wij hebben besloten dat we jullie meesmokkelen in onze groep. Kikawa-sensei heeft een hernia en onze nieuwe mentor is... Jun!" Natsumi keek me even aan. Ik knikte en stond op om naar mijn drumstel te rennen. Met mijn stokken begon ik op de snaredrum te roffelen. "Akiyama-sensei!" riep Natsumi enthousiast. Op dat moment kwam Hotaru binnen en ze keek ons geschrokken aan. "Huh? Wat is er met Akiyama-sensei?" vroeg ze met grote ogen.

woensdag 4 januari 2012

Hotaru

Verbaasd keek ik naar de lange, slanke gestalte voor de klas. Akiyama-sensei? Onze nieuwe mentor? Wauw. Dat was een onverwachtse wending! Uit de klas steeg een opgewonden geroezemoes op. Dat was ook wel logisch; Akiyama-sensei was behoorlijk populair. Dat kwam omdat hij nog jong was, veel inlevingsvermogen had en met een aanstekelijk enthousiasme over zijn lesstof vertelde, maar voor mij was een nog een andere reden om blij te zijn met dit nieuws. Sinds onze dans op het bal had ik best wel veel aan Akiyama-sensei gedacht. Niet dat ik er iets achter zocht natuurlijk. Het was maar een dansje, niks bijzonders. En ik had verder echt geen romantische gevoelens ofzo... Ik vond hem gewoon... aardig. Heel aardig... De volgende aankondiging zorgde voor zo mogelijk nog meer opwinding dan deze; het schoolkamp stond voor de deur. "Schoolkampen zijn best leuk." hoorde ik Natsumi achter me zeggen. Ik keek achterom en zag haar dromerig voor zich uit kijken. Grijnzend draaide ik me weer naar Akiyama-sensei, die afwezig aan zijn onderarm krabte terwijl hij naar een A4tje in zijn handen keek. "Dit jaar is de bestemming van het kamp het prachtige ongerepte Edgewood Springs." las hij voor met een ietwat cynische ondertoon. "Lijkt mij gewoon een groep low-budget blokhutjes." mompelde hij, terwijl hij het papier omdraaide zodat de klas het plaatje kon zien. Er ging een onderdrukte giechel door de klas. "Iedere klas slaapt in een eigen hut." ging hij verder. "Iedere hut heeft twee slaapzalen. De jongens en de meisjes slapen dus apart." "Aaah! Wat flauw!" riep Namikawa Mayuki, een meisje met een nogal sletterige reputatie. "We zijn toch geen kleine kinderen meer!?" "Inderdaad." zei Akiyama-sensei droog. "Als dat zo was, was er namelijk geen reden om jullie apart te laten slapen." De mensen in ons hoekje hadden heel andere zorgen. "We slapen apart per klas!" siste Rima gealarmeerd. "En Hiro en Katashi dan?" Jun trok een pruillipje. "Dan ben ik helemaal alleen!" zei hij zielig. Natsumi stak haar hand uit en woelde ermee door zijn blonde haren. "Arm jongetje, aw." zei ze vol medelijden. "Ik zou eerder medelijden hebben met Hiro en Katashi!" zei ik zachtjes. "Die gaan dus met Kurizawa-sensei!" Jun slikte hoorbaar. "Arme Katashi." "Arme Hiro!" wierp Natsumi tegen. Jun hield zijn hoofd een beetje schuin. "Hiro kan Kurizawa wel hebben, hij geeft haar toch nooit een reden om kwaad op hem te worden, maar heb je Katashi ooit horen zwijgen over iets wat hem niet beviel?" Natsumi keek peinzend voor zich uit. "Daar heb je een punt." zei ze ernstig. "En aan een blokhutjesschoolkamp met Kurizawa zal er een hoop zijn dat hem niet bevalt." "Om nog maar te zwijgen van het feit dat Kirino in die klas zit..." zei Jun zachtjes. Iedereen keek even zwijgend voor zich uit terwijl we ons allemaal afvroegen over wie we ons meer zorgen moesten maken; Katashi, of Kurizawa-sensei." "We moeten ze redden." zei Natsumi na een tijdje. "Maar hoe?" Jun schoot in de lach. "Is goed joh. Ik vis mijn Superman-kostuum wel even uit de kast." Natsumi's ogen werden groot. "Dat is eigenlijk best een goed idee!" Jun keek haar verbaasd aan. "Je maakt een grapje toch?" Natsumi schudde haar hoofd. "Niet Superman! Maar als we ze nou vermommen, en ze dan meesmokkelen! Akiyama-sensei kent onze klas toch nog niet zo goed. Het valt hem vast niet op als we twee infiltranten hebben!" Dat was best een goed idee. Ik hoopte alleen dat Akiyama ons niet zou betrappen. Al had ik dan misschien geen bijzondere gevoelens voor hem, ik had ook liever geen ruzie met hem. "Het zou kunnen werken..." zei Jun rustig. "Maar dan wel zonder het Superman kostuum." Voor Natsumi de kans kreeg om daarop te reageren nam Akiyama-sensei het woord weer. "Nou, dan heb ik verder niks meer te zeggen en mogen jullie wat mij betreft gaan. Vergeet op je weg naar buiten niet een folder mee te nemen. Daarin staat alles wat je over het schoolkamp moet weten." Hij wees op een grote stapel boekjes op de hoek van zijn bureau. De leerlingen stonden op en begonnen richting de uitgang van het lokaal te drommen. "Gaan jullie maar vast." zei ik tegen Natsumi en de anderen. "Ik moet even wat gegevens met Akiyama-sensei bespreken. Over als ik ziek wordt op het kamp enzo." Rima knikte begripvol. Ik zuchtte diep. Aan het begin van het schooljaar had ik Kikawa-sensei op de hoogte gebracht van mijn slechte gezondheid en wat er moest gebeuren als ik ziek werd enzo, maar Akiyama-sensei wist dat natuurlijk allemaal nog niet. Niet bepaald het beste gespreksonderwerp dat ik kon bedenken, maar ik had het vermoeden dat een gesprekje hierover met Akiyama-sensei minder onaangenaam zou zijn dan het gesprek dat ik aan het begin van het schooljaar met Kikawa-sensei had gehad.

Natsumi

Ik leunde lui tegen de vensterbank en keek met een schuin oog naar buiten. De zon scheen een beetje dof door de lichte bewolking heen. Een paar verdwaalde zonnestralen schenen op het grasveld en zorgden ervoor dat de belichte velden een fel groene kleur hadden. Een van die zonnestralen scheen precies op mijn gezicht. En hierdoor voelde ik me steeds duffer en slaperiger worden. Tot ik opeens een harde punt in mijn wang voelde. Het projectiel dat dit had veroorzaakt viel op mijn schouder en daarna op mijn schoot. Mijn vingers pakten het langzaam op en zorgden ervoor dat het binnen mijn blikveld kwam. Het was een vliegtuigje. Een papieren vliegtuigje. Ik keek een beetje duf naar rechts, en zag hoe Jun met een slome grijns, onderuitgezakt op zijn stoel, naar me keek. “Mooi.” Zei ik langzaam, voordat ik het vliegtuigje terug gooide. We zaten naast elkaar te wachten tot onze mentorles eindelijk eens zou beginnen, maar het schoot niet op. De man was nu al zo’n kwartier te laat. Jun had ondertussen een nieuwe hobby gevonden. Hij gooide propjes naar Hotaru’s achterhoofd. Hotaru en Rima zaten namelijk voor ons. Het was inmiddels drie weken geleden dat het bal was geweest, en inmiddels ging alles weer zijn gangetje. En was het nogal saai. Rima zat haar nagels te lakken terwijl ze wachtte. Een zacht roze kleur. De scherpe geur van de nagellak drong mijn neus in en zorgde ervoor dat ik net niet in slaap viel. Kikawa-sensei kwam nooit te laat. Toen ging de deur opeens met een klap open en kwam er iemand binnen met een paar mappen in zijn arm. Ik keek duf naar het bureau en verwachtte dat Kikawa-sensei ieder moment daar kon verschijnen, de mappen op tafel zou leggen en een uitleg zou geven waarom hij te laat was. Maar in plaats daarvan verscheen er een ander gezicht bij het bureau. En wel het gezicht van Akiyama-sensei. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en iets in mijn hoofd zei dat ik nu beter op kon letten. Ik ging wat rechter zitten en leunde met mijn hoofd op mijn handen. “Zo. Jullie hadden me hier natuurlijk niet verwacht dit uur, maar ik heb niet zulk goed nieuws. Kikawa-sensei lijdt momenteel aan zware hernia en zal waarschijnlijk het hele komende jaar niet op school te zien zijn.” Het was stil in de klas. Iedereen leek dit wel een interessant onderwerp te vinden. "Dat betekent dat jullie een andere mentor moeten hebben. En hiervoor hebben ze mij gevraagd." ging Akiyama-sensei verder. Oké. Dit was zeker interessant. Kikawa-sensei was een prima gozer, maar toch wel een beetje ouderwets en zijn lessen waren vaak saai. Hij gaf wiskunde. Misschien dat, dat er ook wel iets mee te maken had. Maar Akiyama-sensei was een heel ander verhaal. Hij was nog jong, en hij maakte zijn lessen echt interessant. De geschiedenis ging echt leven als hij aan het woord was. "Oké. Dat is een goed iets." zei ik dan ook knikkend. Jun maakte een instemmend geluidje. Rima en Hotaru leken het ook niet echt erg te vinden. Dit zorgt maar voor een paar veranderingen voor jullie. Ten eerste zal ik jullie mentorlessen dus gaan verzorgen en zullen jullie nu naar mij moeten komen als er iets is of als je iets wilt regelen. Ten tweede zal ik ook jullie groep begeleiden bij de uitjes. En daar heb ik ook nog iets over te vertellen. Zoals jullie misschien wel weten staat het jaarlijkse schoolkamp over twee weken gepland." Oké. Dat wist ik nog niet. Ik had de schoolgidsjes allemaal niet zo doorgelezen aan het begin van het jaar. "Schoolkampen zijn best leuk." zei ik goedkeurend. "Jup." zei Jun. Hij draaide met zijn pen tussen zijn vingers. Akiyama-sensei vertelde verder over het kamp en wat we konden verwachten, en mijn blik werd weer door de zonnestralen getrokken. Mijn gedachten dwaalden af naar het toekomstige schoolkamp. Lange boswandelingen. Zwemmen in het idyllische meertje dat natuurlijk aanwezig was. En marshmallows roosteren boven het knetterende kampvuur. Jun die Katashi in het meer duwde, zodat hij erg chagrijnig weer boven water zou komen. Uren lang kletsen met Rima en Hotaru op onze kamer. Rollebollen van heuvels, naar beneden. Lachen. Heel veel lachen. Bij zonsondergang op het strandje zitten en kijken hoe de zon achter de bomen van het bos verdween. Samen. De vlinders in mijn buik kwamen weer tot leven toen ik dacht aan al die dingen. Samen met de band. En samen met Hiro.