zaterdag 23 juli 2011
Natsumi
Ondertussen waren Hiro en ik naar buiten gelopen. We hadden elkaars hand nog steeds vast. Ik raakte er toch nog steeds niet aan gewend. Zijn warme vingers bleven erg aanwezig in de mijne. 'Ik heb zin in iets lekkers.' zei ik vrolijk. De gedachten aan het concert dat eraan zat te komen maakten me aan de ene kant ontzettend zenuwachtig, maar aan de andere kant zo hyperactief als ik maar kon worden. 'Nou, er zijn hier allemaal kraampjes met eten. Dus dat moet wel goed komen.' zei Hiro met een glimlachje. Ik knikte enthousiast. We liepen een eindje, tot we uiteindelijk bij een Suikerspin kraampje uit kwamen. 'COTTON CANDY!' gilde ik enthousiast. Verscheidene mensen keken om, maar het maakte me niet uit. 'Dat moeten we eten! Alleen al omdat het symbolisch is voor ons eerste optreden. Kom Hiro-pon!' Ik sleepte Hiro mee naar het kraampje. Toen we er stonden begon ik naar mijn geld te zoeken. Hiro bestelde ondertussen zijn suikerspin al. Ik doorzocht alle zakken van mijn broek en keek zelfs in mijn sokken, maar ik kon geen geld vinden. Ik keek beteuterd op. 'Ik heb geen geld.' zei ik toen ik naar Hiro keek die de grote roze suikerspin al vast had. 'Oh. Wacht even. Misschien heb ik nog iets.' zei Hiro en hij begon met zijn vrije hand in zijn broekzak te voelen, maar kwam tot de conclusie dat hij niet genoeg geld had. 'Dan mag jij hem hebben.' zei hij, en hij stak de suikerspin uit naar mij. 'Oh nee. Jij hebt die suikerspin gekocht. Die ga ik niet opeten. We delen hem wel.' zei ik vastberaden. Hiro's ogen flitsten even naar de suikerspin en toen terug naar mij. Toen glimlachte hij. 'Oké. Goed. Doen we.' zei hij. Ik glimlachte even en plukte toen een stukje van de suikerspin af. Het was zacht en roze en plakkerig en ik stopte het in mijn mond. Het smolt meteen en wat overbleef was een suikerachtige substantie. Ik vond het geweldig. Ik nam nog een hapje en daarna nog een. Maar Hiro had alleen nog maar de suikerspin vastgehouden. 'Hé. Je moet zelf wel eten! Hier.' Ik plukte een stukje van de suikerspin af en bracht het naar Hiro's mond. 'Zeg maar aaaah.' zei ik en ik hield het pluimpje suiker voor zijn lippen. Hiro's mond ging langzaam open en ik stopte het stukje in zijn mond. Mijn vingers raakten zijn lippen en er ging een siddering door mijn hele lichaam. Mijn hand bleef een tijdje hangen bij Hiro's mond, tot ik besefte wat ik eigenlijk aan het doen was. Ik trok mijn hand snel terug en werd vuurrood. Ik keek naar beneden. Ik wilde niet dat Hiro mijn knalrode gezicht zou zien. Mijn hele buik zat vol met kriebelende insecten, zo voelde het tenminste. Ik hoopte vurig dat het niet echt zo zou zijn. Het bleef stil. Erg lang. Zou Hiro boos op me zijn? Ik zou niet weten waarom.. Maar het zou toch kunnen? Dat hij boos op me was? En wat moest ik dan doen? Ik slikte en bleef naar de grond kijken. Ik kon niet tegen de stilte. Ik durfde niks te zeggen, maar er kwam ook niks van Hiro's kant vandaan. Ik voelde een hevige drang om toch iets te zeggen, maar ik wist niet wat het was. Deze stilte moest doorbroken worden. Maar hoe. Ik moest iets zeggen. Ik moest nu iets zeggen. Mijn verontschuldigingen aanbieden.. Sorry zeggen. Ja. Dat moest ik doen. Ik keek omhoog. 'Pindakaas.'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten