zondag 3 juli 2011

Katashi

Timeskip

Dag 16

Het was nu vier dagen nadat ik zwaar dronken was geworden in de stad. Ik kon me niet erg veel meer herinneren van de dingen die ik toen gedaan had, en van de dingen die ik me kon herinneren wist ik van veel dingen dat ze waarschijnlijk niet waar waren omdat ze wel heel erg onrealistisch overkwamen. Ik wist niet wat me bezield had die dag. Ik hield er helemaal niet van om veel te drinken en ik had er ook best spijt van gehad. Die hoofdpijn de volgende dag had het ook niet veel beter gemaakt. Maar vandaag was de dag dat het schoolfestival begon. Iedereen was best zenuwachtig. Vandaag was ons eerste optreden en we hadden de afgelopen dagen nog zo veel mogelijk geprobeerd te oefenen. Ik slenterde een beetje door de school heen. De gangen waren versierd met slingers en spandoeken boven lokalen. Er was een maid-café op de tweede verdieping en ook was er een spookhuis, daar niet ver vandaan. Buiten stonden allemaal kraampjes waar je limonade en koekjes kon halen en ander eten. Het was ook nog mooi weer, en dat hielp al heel wat. Het zag er allemaal erg gezellig uit en ik vermaakte me de hele dag eigenlijk wel prima. Maar nu moest ik iets gaan doen waar ik echt geen zin in had. Ik zuchtte even diep en begon mijn weg naar de meisjes kamer. Natsumi had besloten dat we met z'n allen ons klaar zouden maken voor ons optreden. Dat zou goed zijn voor onze teamspirit, ofzoiets. Het hield in dat de meiden zouden gillen en hysterisch zouden gaan doen over hun haar en make-up en weet ik allemaal wel niet terwijl wij, Jun, Hiro en ik een beetje zaten toe te kijken terwijl we allang klaar waren. En daar had ik niet zoveel zin in. Ik was ook al te laat. We hadden een kwartier geleden afgesproken. Ik probeerde zoveel mogelijk tijd te rekken. Misschien deed ik het ook wel zodat ik dan minder tijd hoefde door te brengen in die belachelijke paarse broek die ze voor me hadden uitgezocht. Zuchtend bleef ik stilstaan voor de beruchte deur. Ik haalde nog eens diep adem en klopte toen op de deur. Ik hoorde geluid uit de kamer komen en voetstappen naar de deur gaan. Waarschijnlijk keek er iemand door het kijkgaatje. 'Wie is het, Hotaru-dono, die voor deze machtige deur staat en onze heilige kamer wil betreden?' zei Natsumi met een stem die paste bij iemand die generaal was van het leger. 'Het is Katashi-sama die onze rust en uiterste concentratie verstoord met zijn verlate komst, Natsumi-dono. Wat moeten met hem doen? Kielhalen? Pijnstoel? Wat denkt u, weledele Jun?' zei Hotaru. Ik zuchtte. Dit gebeurde nou altijd. 'Ik denk dat jullie hem nu gewoon binnen moeten laten omdat hij waarschijnlijk buiten staat met een geërgerd hoofd.' zei Jun. 'Goed plan.' zei Hotaru, en ze deed de deur voor me open. 'Dankjewel.' zei ik zuur terwijl ik over de drempel stapte en de kamer inkeek. Er vielen meteen een paar dingen op. Ten eerste miste Hiro. Die was zich waarschijnlijk aan het omkleden. Verder had iedereen behalve Rima hun outfit al aan. Ik moest echt toegeven dat Jun er erg goed uitzag in zijn outfit. Ze hadden het erg goed voor hem uitgezocht. 'Katashi-sama. Je bent laat. Leg uit.' zei Natsumi met een streng hoofd. 'Ik had een paar problemen met.. Ehm.. Ik moest mijn kleren nog halen.' zei ik snel. Oké. Stom smoesje want ik had die kleren niet bij me. 'Maar ik kon ze niet vinden.' 'Ja, logisch dat je die niet vinden want Jun en Hiro hadden die al meegenomen aangezien je daar ookal te laat was. Maar goed. Ik vergeef het je voor deze ene keer. Alleen maar omdat we niet zonder iemand kunnen die key-board kan spelen.' zei Natsumi met een grijns. Ik reageerde er verder niet op. Rima zat een beetje alleen op haar bed en keek naar haar kleding. Ze zag er niet erg vrolijk uit. Hotaru sprong daarentegen door de kamer alsof ze een gestoorde teletubbie was en zodra Natsumi de kans zag, begon ook zij enthousiast mee te doen. Ondertussen zongen ze een paar liedjes. Ik ging naast Jun op het bed zitten en keek hem aan. 'Gaat het al de hele tijd zo?' zei ik nadat ik een blik op Natsumi en Hotaru had geworpen. 'Ja. Sinds dat ik hier ben al.' zei Jun met een grote grijns. Ik kon het niet helpen ook even te glimlachen. Toen greep Jun naar een tas achter zich en haalde mijn hoedje eruit. Hij zette het op mijn hoofd en keek me lachend toe. 'Zo.' zei hij met een hoofd dat vrolijkheid en enthousiasme uitstraalde. Ik kon er niets aan doen, maar ik glimlachte alweer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten