zondag 3 juli 2011

Hiro

Ik kon een glimlach niet onderdrukken toen ik Natsumi op ons af zag rennen. Die was wel heel erg blij om Rima weer te zien. Maar waarom had ze haar paraplu ingeklapt? Zo had ze er toch niets aan? Ik lachte hoofdschuddend, maar viel abrupt stil toen Natsumi uitgleed in een plas modder. Haar gezichtsuitdrukking veranderde van blij naar geschrokken en machteloos zag ik haar dynamische lichaam met een klap op de natte grond terecht komen. Er ging een schok door me heen en ik liet Rima's tas uit mijn handen vallen. "Natsumi!" riep ik, meer tegen mezelf dan tegen haar. Struikelend begon ik te rennen. Natsumi lag roerloos op de grond. Waarom kwam ze nou niet overeind? Mijn hart bonsde in mij keel en ik kreeg het ijskoud. Zodra ik bij Natsumi aankwam liet ik me op mijn knieën in de modder vallen en greep naar haar hand. Angstig keek ik naar haar gezicht. Natsumi keek wat verbluft naar de lucht. Dikke regendruppels stroomden over haar huid. "Hallo Hiro." zei ze zachtjes terwijl er een klein glimlachje doorbrak op haar gezicht. Ik zuchte opgelucht en begon te lachen. "Hallo Natsumi." lachte ik. Natsumi begon nu zelf ook te lachen en de druk op mijn borst nam af. Ineens stopte ze met lachen en stak haar vrije hand in de lucht. Mijn hart stond bijna stil toen ik haar natte vingers tegen mijn wang aanvoelde. Mijn ogen werden groot en mijn hart ging als een gek tekeer. Mijn blik vloog heen en weer over Natsumi's gezicht. Er hingen regendruppels aan haar wimpers en haar mondhoeken wezen vrolijk omhoog. Haar blauwe ogen priemden in de mijnen. Ik hield mijn adem in. "Natsumi, is alles oké?" klonk ineens een hoog stemmetje, begeleid met soppende, rennende voetstappen. Met een schok kwam ik weer bij positieven. Natsumi liet haar hand snel zakken. Rima hurkte bij Natsumi, die een beetje vertwijfeld knikte. Rima keek even van mij naar Natsumi en beet op haar lip. Toen stak ze haar hand uit naar Natsumi. "Je kunt maar beter overeind komen." zei ze zachtjes. "Anders vat je zeker kou." Ik slikte moeizaam. Waarom had ik daar niet aan gedacht? Natsumi's gezicht vertrok toen ze overeind kwam. "Aah-aaaah!" riep ze terwijl ze naar haar enkel greep. "Wat is er?" vroeg ik geschokt. "Blijf staan." commandeerde Rima terwijl ze Natsumi's broekspijp omhoog schoof en haar sok omlaag. Natsumi's enkel was een beetje gezwollen. "Ik denk dat je hem verzwikt hebt." zei Rima ernstig. "Dat doet even pijn, maar het is over een paar dagen waarschijnlijk wel over." Natsumi knikte langzaam en probeerde een stukje te lopen. Ik keek als verdoofd hoe haar voeten steeds een beetje wegzakten in het natte gras. Ze hinkte behoorlijk en het zag er pijnlijk uit. "Eh... Ik kan je wel... eh." Ik ging naast Natsumi staan en stak mijn arm uit. Natsumi nam het aanbod dankbaar aan en sloeg haar arm om mijn hals. Aarzelend legde ik mijn vingers om haar pols. Haar huid was ongelofelijk zacht. Ik keek even opzij. Haar gezicht was slechts een paar centimeter op afstand van het mijne. "Oh, ik bedenk me ineens," zei Rima, luider dan normaal. "Ik heb mijn tas bij het bushokje laten liggen. Ik ga hem wel even halen." Ik keek om naar Rima. Ík was degene die haar tas uit mijn handen had laten vallen. Ik voelde een vlaag van schuldgevoel. "Rima... Moet ik hem even halen? Ik heb hem laten vallen dus het is eigenlijk mijn schuld." Rima schudde haar hoofd. "Zorg jij nou maar dat Natsumi veilig binnen komt en iets droogs aandoet. Ze loopt al veel te lang in natte kleren rond." Ik fronsde even. "Net zo lang als jij." Rima glimlachte eventjes, maar draaide zich toen om. "Wacht!" riep Natsumi, en ze wees naar de ingeklapte paraplu die nog steeds verwaarloosd op de grond lag. "Neem dan ten minste die paraplu!" Rima knikte. Haar uitdrukking had iets ontzettend triests en ik voelde me een beetje ongerust. "Weet je zeker dat we niet op je moeten wachten?" vroeg ik nog toen Rima al weg begon te lopen. "Ga nou maar gewoon." Haar stem klonk instabiel. Natsumi keek me even aan. Ik onderdrukte een snak naar adem en voelde mijn wangen gloeien. Stuntelend begonnen we ons richting school te begeven. Het grootste deel van de wandeling zeiden we niks. Ik wist dat Natsumi zich ook zorgen maakte over Rima, maar ik durfde er niks van te zeggen. Daarnaast was ik me ontzettend bewust van de warmte van Natsumi's arm over mijn schouders. Voordat ik Natsumi aanraakte was ik door en door koud door de regen, maar om de één of andere reden had ik het nu helemaal niet koud meer. Natsumi rilde wel. Ergens wenste ik dat ik mijn vest niet aan Rima had gegeven, zodat ik hem nu aan Natsumi kon geven, maar ik verwierp die gedachten meteen. Rima moest nu nog dat stuk door de regen lopen, en Natsumi droeg sowieso al een warm vest, ookal was ook die nu doorweekt.
Ik keek naar de grond om Natsumi's blik te ontwijken. Als ik haar nu aan zou kijken wist ik niet of ik mijn blik nog zou kunnen losscheuren van haar gezicht dat zo dichtbij was. Dus keek ik maar naar onze voeten die door het natte gras sopten. Met een glimlachje besefte ik me dat onze stappen precies gelijk opgingen. Natsumi zag het ook, en grinnikte even. Toen bereikten we eindelijk het tegelpad naar de poort van de school. We lieten een spoor van modder achter in de gang en ik hoopte vurig dat we de concierge niet tegen het lijf zouden lopen. Glibberend over de gladde vloer loodsde ik Natsumi naar haar kamer en klopte op de deur. Hotaru deed open. Ze droeg een schoon T-shirt, een zwart vest en een grijze joggingbroek. Haar nog natte, rode haren zaten in een slordige knot boven op haar hoofd. Het was duidelijk te zien dat ze al gedoucht had. Ze schrok een beetje bij het zien van onze modderige kleren. "Wat zien jullie eruit! Hebben jullie eerst nog een moddergevecht gehouden ofzo?" Ik schraapte mijn keel. "Natsumi gleed uit. Ze heeft haar enkel verzwikt ofzo." Hotaru knikte langzaam en keek me achterdochtig aan. "Maar waarom zit er dan modder op je wang?" Ik wierp een schuldige blik op Natsumi die snel haar modderige vingers aan haar trui afveegde. Hotaru grinnikte even en probeerde toen om ons heen te kijken. "Waar is Rima?" Haar gezicht stond bezorgd. Ik sloeg mijn ogen neer. "Haar tas lag nog bij de bushalte. Ik wilde hem nog gaan halen, maar ze stond erop dat wij vast naar binnen zouden gaan." Ineens had ik spijt dat we niet op haar hadden gewacht, maar aan de andere kant had ik de tocht van de bushalte naar school met Natsumi niet willen missen. Hotaru stak haar arm uit naar Natsumi. "Lief dat je haar hebt ondersteund, maar ik neem het hier wel van je over." zei ze vriendelijk. Natsumi leek even te aarzelen voordat ze me losliet en naar Hotaru toe hinkte. Mijn schouders voelden ineens weer ijskoud. "Oké... Dan ga ik zelf ook maar even... douchen enzo." mompelde ik tegen mezelf. Nasumi keek me met een zwak glimlachje aan. "Bedankt voor je hulp, Hiro." zei ze toen. Het klonk een stuk zachter en gevoeliger dan hoe Natsumi meestal sprak. "Geen probleem." zei ik zachtjes. Het kwam er nogal onnozel uit. Toen hinkte Natsumi weer naar me toe en sloeg haar armen om me heen. Ik schrok even, maar omhelsde haar toen. Natuurlijk, bedacht ik me, een beetje teleurgesteld. Natsumi is zo iemand die iedereen knuffelt. Ik legde mijn hand even op haar natte haren en liet haar toen snel los, voordat ze een verkeerd beeld zou krijgen. Hotaru grijnsde plagerig en duwde me de deur uit. "Douchen jij. Ik wil niet dat de hele band ziek is op het schoolfestival." Ik stapte gehoorzaam achteruit en keek hoe Natsumi's gezicht achter de houten deur verdween. Ik bleef nog even verward naar de dichte deur staan kijken, voor ik op weg ging naar mijn eigen kamer. Ik liet haar eerder los om haar geen verkeerd beeld te geven. Maar was dat beeld eigenlijk wel zo verkeerd?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten