dinsdag 26 februari 2013
Hiro
Natsumi was waarschijnlijk zenuwachtiger dan Katashi en ik. "Oké." zei ze op hyperactieve fluistertoon, toen de bus langzaamaan begon leeg te lopen. "Weten jullie nog wat je te doen staat?" "Gewoon achter Jun aanlopen." zei Katashi onverschillig. "Zo ingewikkeld is het niet." "Het is belangrijk dat je deze missie niet onderschat, Katashi-dono!" zei Natsumi ernstig. "En laag blijven!" zei ze tegen mij met uitgestoken wijsvinger. "Zorg dat je geen aandacht trekt. Blijf in het midden van een groep, ga niet ergens aan de randen lopen." "Het komt goed, Natsumi." zei ik sussend. "We weten wat we moeten doen." Natsumi haalde diep adem en knikte toen. Ondertussen was de bus bijna leeg. "Daar gaan we dan." zei Hotaru. We liepen in een rij naar de deur, waar Akiyama-sensei stond om iedereen te tellen. Kurizawa-sensei stond een stukje verderop met een groeiende groep leerlingen. De leerlingen van Akiyama-sensei's klas bleven bij de bus staan, zonder de anderen de weg te versperren. Beter hadden we het bijna niet kunnen treffen. We hoefden alleen maar bij de bus te blijven staan tot Akiyama-sensei klaar was met tellen. We liepen naar buiten terwijl Akiyama-sensei ingespannen over onze hoofden heen keek naar de mensen die nog naar buiten kwamen en fluisterend telde. Katashi en ik wurmden ons zorgvuldig naar het midden van de leerlingen en ik liet me enigszins door mijn knieën zakken. Na ons kwamen er nog maar een paar leerlingen uit de bus. Nadat iedereen zijn bagage had gepakt verdween Akiyama-sensei naar binnen om iets tegen de chauffeur te zeggen en kwam toen weer naar buiten. De deur van de bus ging dicht en de bus reed weg. Akiyama-sensei verhief zijn stem. "Oké. Hier zijn we dan. Edgewood Springs. Hij wierp een vlugge blik op zijn horloge. "Het is nu... Kwart voor twee. Oké. Om drie uur wordt er een rondleiding gegeven over het terrein. Tot die tijd hebben jullie de tijd om uit te pakken, te vechten om de minst beschimmelde matrassen en bij te komen van de reis. Oké, volg mij." Hij ging ons voor een bos in. Al snel waren we omringd door hoge loofbomen en liepen we over een knisperige deken van gedroogde blaadjes. Onder de kronen van het bos voelde ik me kleiner, waardoor ik vergat me nog kleiner te maken. Toen ik me realiseerde dat ik neerkeek op het meerendeel van mijn medeleerlingen, was het al te laat. Ik wierp schichtig een blik op Akiyama-sensei, alleen maar om te zien dat die terugkeek. Hij trok zijn wenkbrauwen op in een uitdrukking van herkenning, en ik dook zo snel omlaag dat ik bijna de leerling vóór me omver duwde. "Shit." zei ik met opeengeklemde kaken. "Wat?" vroeg Natsumi naast me, ietwat paniekerig. "Hij zag me." fluisterde ik, voortschuifelend met gebogen knieën. "Wie?" vroeg Jun, een verontruste uitdrukking op zijn gezicht. "Akiyama-sensei." Even bleef het stil, en ik verwachtte ieder moment de stem van Akiyama-sensei te horen. Hij zou mijn naam roepen en me vragen naar voren te komen. "Leuk geprobeerd." zou hij dan zeggen met die scheve grijns van hem, en dan zou hij me naar de hut van Kurizawa-sensei sturen. Weg van Natsumi, Jun, Hotaru en Rima. Misschien zou Katashi nog een kans hebben, maar Akiyama-sensei zou nu beter op gaan letten. Ik had alles verpest met mijn onvoorzichtigheid. Maar een paar minuten lang schuifelden we zwijgend voort, en Akiyama-sensei zei geen woord. "Weet je zeker dat hij je gezien heeft?" zei Hotaru op gedempte toon. Ik knikte heftig. "Hij keek me recht aan!" "Misschien herkende hij je niet?" suggereerde Rima. "Dat lijkt me heel sterk... Hij kent de band toch?" "Hij kent vooral Hotaru." zei Katashi nors. "Mij heeft ie al twee keer Fujitaka genoemd." "Je bent ook niet erg opvallend, Katashi." lachte Hotaru. De persoon voor me bleef plotseling stilstaan en opnieuw knalde ik bijna tegen het blonde achterhoofd aan. Toen ik om me heen keek zag ik dat de hele groep stilstond. (Lastig te zien als je net zo klein bent als de rest. Ineens vroeg ik me af hoe Rima's leven was. Die was altijd zo klein, kleiner nog.) Voor ons doemde een oud, houten gebouwtje op. Twee hout-met-glazen deuren gingen open en de groep stroomde naar binnen. We stonden in een brede gang met grauw, bobbelig linoleum op de vloer. De muren waren bedekt met houten panelen waar doffe witte verf vanaf bladderde. "Deze kant is voor de dames." zei Akiyama-sensei, met stemverheffing. "En deze kant voor de heren. Vanzelfsprekend is het de bedoeling dat de heren uit de damesslaapzalen blijven en vice versa. Niet vechten om wie waar slaapt, ik kan je garanderen dat alle bedden even oncomfortabel zijn. Zoek maar een slaapplaats." De mensen het dichtsbij de deuren openden de deuren naar de slaapzalen en de menigte wrong zich naar binnen. "Tot straks." zei ik tegen Natsumi en de anderen. "Succes!" riep Natsumi, voordat ze naar haar slaapzaal liep en ik naar de mijne. In een grote menigte middenin een bos was 'in het midden blijven' niet zo moeilijk. Maar in een rij voor de deur van een slaapzaal was het een ander verhaal. Akiyama-sensei stond nog steeds in het midden van de gang toen ik de deur bijna bereikt had. Katashi was al veilig binnen, maar ik was nog een halve meter van de deur verwijdert toen Akiyama-sensei mijn kant op keek. Als hij me de eerste keer niet gezien had, dan zag hij me nu zeker, en even was ik ervan overtuigd dat hij me zou roepen, wenken, aan mijn oor uit de rij zou slepen, of iets van die strekking. Het laatste wat ik verwachtte was wat er daadwerkelijk gebeurde: Akiyama-sensei grijnsde naar me, gaf me een vette knipoog, en richtte zijn aandacht weer op de meisjes, die al even ongeduldig bij de deur van hun slaapzaal stonden te dringen. Stomverbaasd liep ik de slaapzaal binnen, waar Jun en Katashi al een stapelbed hadden geclaimed. Katashi het onderste bed en Jun het bovenste. Jun gebaarde naar het stapelbed naast dat van hun. "Hiro, onder of boven?" Ik staarde hem even aan, nog steeds verbaasd over Akiyama-sensei's reactie. Hij wist dat ik hier was, en hoogstwaarschijnlijk ook dat Katashi er was, maar hij had blijkbaar besloten er niks aan te doen. We waren succesvol geïnfiltreerd in de klas van Natsumi, Jun, Hotaru en Rima. Een brede grijns brak door op mijn gezicht. "Boven." zei ik triomfantelijk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten