vrijdag 22 februari 2013
Natsumi
Ik moest altijd nodig naar de wc als ik lang in een bus had gezeten. Toen Hotaru en ik klaar waren, liepen we samen het restaurant weer in. Ik ging even op mijn tenen staan om het hele restaurant door te kunnen kijken. "Zie jij het vriendschappelijke kamp, soldaat Hotaru?" zei ik serieus, terwijl ik mijn hand boven mijn ogen zette. Ik snapte niet zo goed waarom mensen dat deden als ze verder wilden kijken, maar het zag er altijd wel heel leuk uit. Hotaru legde lachend haar hand op mijn schouder en trok me weer naar beneden. "Ja, kijk. Ze zitten daar bij het raam." zei ze, terwijl ze even wees. "Oh ja." zei ik en ik liep er vrolijk op af. Onderweg kwamen we Jun en Katashi tegen, die net eten uit hadden gezocht. Ze hadden allebei een dienblad met wat broodjes en Jun had ook nog wat patat gescoord. "Hmm. Lekker." zei ik nadat ik een patatje van het dienblad had gepakt en het in mijn mond had gestopt. "Fijn dat je even voorproefde. Nu weet ik tenminste dat het niet vergiftigd is." zei Jun vrolijk. Hij schoof vrolijk aan naast Rima. Aan de andere kant van de tafel zat Ren. Hotaru ging naast hem zitten en daar weer naast zocht Katashi zijn plekje. Ik pakte een extra stoel bij een andere tafel vandaan en zette hem omgekeerd aan het hoofd van de tafel. Ik ging op de omgekeerde stoel zitten en leunde met mijn armen op de rugleuning. "Hoelang moeten we straks nog in de bus?" vroeg ik aan niemand in het bijzonder met de stemfrequentie van een vierjarig kindje dat veel te veel suiker heeft gehad. "Nog zo'n twee uur." zei Hiro. Ik pakte nog een patatje van Jun en keek er even naar. "Dat is nog best wel lang." zei ik een beetje sip. Ik stopte het patatje in mijn mond. Jun en Katashi hadden hun voedsel ondertussen al op. Die jongens aten als wilde aardvarkens die dagen vast hadden gezeten in een tunnel onder de grond waar geen wormen waren en toen ineens in een wormen lawine terecht waren gekomen. Heel erg snel dus. "Jongens, het kwartier is voorbij. Iedereen weer terug naar de bus!" riep Akiyama-sensei vanaf de deur van het restaurant. "Aah, nu al?" zei Rima. Ze rekte zich nog even uit met haar kleine armpjes en Ren kon het weer niet weerstaan om er een foto van te maken. Ik glimlachte eventjes. "Nou, kom op jongens! Terug naar de bus!" zei Jun, nog steeds vrolijk. "Volgens mij heeft Jun zin om het gesprek over konijntjes verder te voeren." merkte Hotaru nonchalant op terwijl ze opstond en haar stoel weer aanschoof. Juns wangen werden een heel klein beetje roder dan dat ze waren en hij reageerde niet. We liepen weer met z'n allen terug naar de bus.We gingen weer allemaal op dezelfde plek zitten en ik zat dus weer naast Hiro en naast het raam. Koharu was niet teruggekomen en het was een stuk stiller geworden aan onze kant van de bus. Jun was met zijn vingers gaan tikken op de stoel voor hem, die leeg was. Het was een ingewikkeld en snel ritme dat zichzelf vaak herhaalde. Toen ik erop ging letten, merkte ik dat Katashi steeds op hetzelfde moment in het ritme tegen de stoel voor hem schopte. Ik veerde overeind en klapte een paar keer in mijn handen op het ritme. Jun stopte en keek om. "Wat is er?" vroeg hij. "Nee, nee! Ga door!" zei ik, terwijl ik met mijn handen naar de stoel wuifde. Jun haalde zijn schouders op en ging weer verder met tikken. Hiro keek me een beetje onbegrijpend aan, maar Hotaru leek het ook door te hebben. Ze begon zachtjes een melodietje te neuriën. Het duurde niet erg lang voor we met de hele band een leuk ritme en geneurie in elkaar hadden gezet. Uiteindelijk werd het zelfs een liedje. Het was zo leuk, dat de tijd voorbij vloog en we zomaar aangekomen waren op het kamp.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten