zaterdag 31 augustus 2013

Hotaru

Wat was samen muziek maken toch heerlijk. Natsumi en Rima klonken perfect in harmonie. Hiro zong mee alsof hij totaal zijn best niet deed, maar klonk toch bizar goed. Zelfs Ren, Koharu en Akiyama-sensei zongen het laatste refrein enthousiast mee. Al leek Akiyama-sensei wat moeite te hebben met de pitch, die we voor het gemak een stuk omhoog hadden gezet.

Because maybe, you're gonna be the one that saves me.

Ik had een haat-liefde relatie met dit liedje. Het was zo ontzettend uitgemolken en overused, maar het was zo makkelijk te spelen en te zingen, en op avonden als dit deed het liedje het gewoon erg goed, al was het alleen maar omdat ieder levend wezen op deze planeet de tekst kende. Na het allerlaatste refrein begon ons publiek te klappen, en het was niet zo overweldigend als ons eerste optreden, maar het voelde zeker goed. "Zelfs improviserend zonder instrumenten zijn jullie nog goed!" zei Akiyama-sensei grijnzend. "Dankje!" riep ik opgelaten, en ik voelde de hete gloed van het vuur op mijn wangen. Ren stond op om iets tegen Rima te zeggen en Koharu liep naar een paar van haar vriendinnen die naar ons waren komen kijken en ineens zaten Akiyama-sensei en ik weer naast elkaar. Hij schoof ietsjes naar me toe en wees naar mijn gitaar. "Mag ik?" vroeg hij. Ik trok een wenkbrauw op. "Speel jij gitaar?" Akiyama-sensei haalde één schouder op. "Ik speelde, in mijn jonge jaren. Ik ben benieuwd of ik het nog kan." Ik tilde mijn gitaar op en Akiyama-sensei pakte hem voorzichtig aan. Tijdens het aanpakken van de gitaar raakte hij per ongeluk mijn hand aan, wat me enigszins verbaasde. De gitaar was groot genoeg om zulk contact te voorkomen, leek me. Niet dat ik het erg vond. Ik staarde strak in de knetterende vlammen terwijl Akiyama-sensei wat begon te tokkelen. Het was een stuk beheersder dan de slordige akkoorden die ik speelde, en het maakte me rustig. Ik bekeek mijn vrienden in het flikkerende licht van het vuur. Koharu was inmiddels weer bij Jun gaan zitten en Katashi prikte pissig met een tak in het vuur. Natsumi en Hiro zaten met hun schouders tegen elkaar aan en Natsumi praatte zachtjes, terwijl Hiro ingespannen naar haar luisterde, alsof hij als de dood was dat hij ook maar een woord zou missen. Rima praatte met Ren, en ik voelde me ineens bizar eenzaam. Ik wensde bijna dat ik mijn gitaar bij me had gehouden, dan zou ik nu iets te doen hebben, maar Akiyama-sensei speelde zo mooi... Rima rilde en warmde haar handen aan het vuur. Hiro stond op en trok zijn donkerrode hoodie open. Hij liep naar Rima toe en liet het kledingstuk op haar hoofd vallen. Rima keek hem met grote verbaasde ogen aan, en Hiro grijnsde alleen maar, terwijl hij zijn plekje naast Natsumi weer opzocht en het gesprek hervatte. Zelf begon ik het ook koud te krijgen. De lucht leek leger en killer te worden. Het duurde even voor ik doorhad dat Akiyama-sensei was opgehouden met spelen. Ik keek om en zag hem met een pijnlijk gezicht naar zijn vingers kijken. "Dat dacht ik al." mompelde hij. "Te lang niet gespeeld. Ik heb helemaal geen eelt meer." "Het klonk anders niet slecht." zei ik terwijl ik mijn gitaar weer in zijn koffer legde en het deksel dichtklikte. "Dankjewel." zei Akiyama-sensei met zichtbare trots. "Wat een gentleman is dat toch hè?" Hij gebaarde met zijn hoofd naar Hiro. Ik glimlachte. Rima had de capuchon van het veel te grote vest over haar hoofd getrokken en staarde nu met een afwezig glimlachje in de vlammen. Ze zag er ontzettend schattig uit in het enorme vest. Alleen haar vingertoppen staken uit de mouwen. "Ja," zei ik instemmend. "Hiro is te attent voor deze wereld."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten