dinsdag 27 september 2011
Natsumi
zondag 25 september 2011
Jun
vrijdag 23 september 2011
Hotaru
donderdag 22 september 2011
Katashi
Jun
dinsdag 20 september 2011
Hiro
Natsumi
Rima
Nog natrillend van de zenuwen en tegelijkertijd hyper van ons optreden stonden we in de coulissen. We waren druk aan het praten over ons eerste optreden. “Hiro’s vioolspel was zo mooi tijdens het stuk dat Natsumi zong!” zei ik opgewekt. Ik keek naar Hiro, maar zijn blik was op Natsumi gericht, die druk tegen Katashi bezig was over zijn toetsenspel. Jun leunde tegen de muur en draaide zijn drumstokken tussen zijn vingers. Hotaru praatte tegen hem en hij moest lachen. Jun was van ons alle de meest niet-zenuwachtige geweest. Hij zag dat ik naar hem keek en grijnsde. In zijn blik zag ik een twinkeling van schuldigheid. Hij had door dat ik het vreselijk vond dat hij mijn otaku-leven had ontdekt. “Tsukiyomi-san, er is hier iemand voor je.” Saitou Tomomi, een laatstejaars en organisator van het schoolfestival, tikte op mijn schouder. Tomomi’s donkerbruine haren waren vandaag gekruld en kwamen tot haar schouders. Ze had een rechte pony en haar bruine, amandelvormige ogen hadden lange, gekrulde wimpers die licht besmeurd waren met een laagje mascara. Tomomi wisselde regelmatig van kapsel. Ze kon goed dansen en zingen had ik gehoord. Ik had haar nog nooit live een performance zien doen, maar morgen bij het schoolbal mocht ze een keer zingen. Tomomi leed me naar de gang. Ik herkende de gedaante die er stond meteen. Nakano Ren. De jongen van gister. Tomomi glimlachte naar me en liep weg. Ik schraapte mijn keel en Ren draaide zich om. Meteen knipte hij een foto van me. Ik knipperde het vervelende vlekje uit mijn ogen weg van de felle flits. “Jullie optreden was super! Bij dezen ben ik fan nummer 1 van Pizza Flavoured Cotton Candy!” zei hij opgewekt. “Dan ben je niet de enige” zei ik droog. Waarom nam hij foto’s als hij me zag? Waarom moest hij me spreken? “Nou, waarom moest je me spreken?” vroeg ik. Het kwam er killer uit dan de bedoeling was. “Weetje… Ik vroeg me af… Nou eigenlijk zat ik te denken…” Hij begon zenuwachtig te doen. Eigenlijk was het best schattig. “Je gaat het misschien raar vinden omdat we elkaar nog maar een keer hebben gezien…” Ren keek me recht aan. Zijn donkere ogen waren fel. “Heb je al een danspartner voor het schoolfeest!” Ik verstijfde even en begon daarna te lachen. Ren keek gekwetst. Waarom begon ik te lachen, dat was onaardig. “Sorry dat ik lach.” Ik verontschuldigde me met een lichte buiging. “Ik ehm… Ik heb nog niemand, dus oké” bracht ik moeizaam uit. Mijn hoop in Hiro was toch al verloren en misschien werd dit leuk? Al kon ik het me nauwelijks voorstellen. “Tof!” Ren grijnsde breed. “Zou ik eigenlijk mogen weten waarom je net die foto nam? En mag ik hem zien?” vroeg ik. “Ik hou gewoon van fotografie en ja, je mag kijken.” Ren haalde nonchalant zijn schouders op en overhandigde de camera. Nieuwsgierig pakte ik hem aan en bekeek ik de foto. Het was best goed gelukt voor zo’n snelle foto. Ik stond er best goed op, al zeg ik het zelf. Mijn nieuwsgierigheid zorgde ervoor dat ik meer foto’s van hem ging bekijken. Er stonden allemaal verschillende individuen op, ze stonden duidelijk in een volle zaal, maar toch leken ze alleen. De achtergrond leek te verdwijnen. Ze keken allemaal opgewekt. Ik klikte verder terug en zag nu foto’s van ons optreden. Wat zagen we er cool uit! Er zaten ook specifieke foto’s van elk bandlid tussen. Ik keek Ren aan. “Zou ik die bandfoto’s mogen hebben?” vroeg ik. “Natuurlijk, ik stuur dit rolletje morgen op en dan kun je ze volgende week krijgen.” Zei hij. Hij leek het leuk te vinden dat ik zijn foto’s mooi vond. Ik gaf hem zijn camera terug en er viel een korte stilte. “Nou, dan zie ik je morgen wel weer. Wat is je naam eigenlijk? Ik heb alleen je voornaam gehoord.” “Tsukiyomi Rima” zei ik. Ik durfde voorzichtig te glimlachen. “Tot morgen, Tsukiyomi-chan” “Zeg maar Rima, we zijn danspartners niet waar.” Zei ik. Ren lachte. “Tot morgen, Rima-chan!” hij stak zijn hand op en liep weg. Ik ging terug naar de rest van de band, maar ze waren er niet meer. Wat hulpeloos keek ik rond. “Takahashi-senpai!” Ai keek om. “De rest is al terug naar de kamers, ze waren iets te luidruchtig.” Zei ze. “Arigatou!” ik boog en rende weg richting mijn kamer. Ik grijnsde heel erg breed en voelde dat mijn wangen rood waren. Waarom ging er zo’n vrolijk gevoel door mijn lichaam dat niets te maken had met het optreden. Was het dat gevoel dat je krijgt als je een nieuwe vriend hebt gemaakt. Het voelde net zo als toen ik de bandleden voor het eerst had ontmoet. Nakano Ren was zijn naam. Ja, een nieuwe vriend, zo was ik hem nu al gaan beschouwen.